De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende Het geitje aan den stok. Daar liep een jeugdig geitje te draaien aan een stok. Het touwtje spande, spande, hoe meer het geitje trok. Drie meisjes op een rijtje, die keken naar het geitje en zeiden: wacht een tijdje! Maar 't geitje ging aan 't blaten: het kon zijn stokje niet verlaten. Vorige Volgende