De bloeiende tuin
(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot
[pagina 32]
| |
Mijnheer Janssens,
mijnheer Peeters
gaan een herberg binnen;
Na u, mijnheer Janssens,
na u, mijnheer Peeters!
De baas komt voor de pinnen.
Mijnheer Janssens,
mijnheer Peeters,
die drinken lekker bier.
Gezondheid, mijnheer Janssens;
gezondheid, mijnheer Peeters!
Zoo vindt men zijn plezier.
Mijnheer Janssens,
mijnheer Peeters,
zijn bei op straat alweer.
Tot ziens, mijnheer Janssens,
tot ziens, mijnheer Peeters,
en tot den naasten keer!
|
|