De bloeiende tuin
(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot
[pagina 24]
| |
Ons Kareltjen is een kerel;
hij 's duizend franken waard.
Hij zingt gelijk een merel,
en springt gelijk een paard,
Wanneer wij loopen op het plein,
draaft hij den snelste voor.
Wij blazen uit en hij loopt door.
Zoo'n kerel, jongens, wou ik zijn.
|
|