De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende Jantje wil groot worden. Wanneer ik groot zal zijn, krijg ik een nette jas, een fijn gestreken boord en een parelgrijze das; slobkousen misschien ook wel; dan ben ik in mijn schik; dan zeggen de menschen die me zien: Wat is dat heertje chic! Vorige Volgende