De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Inhoudsopgave Verantwoording Kinderleven Bij de juffrouw in de kleutersschool en ook wel wat later. Een lief portret. De lach van moeder. Ei, moeder, 't vuur is bijna uit.... De snor van papa. De pijp van papa. De tram. De lichten in de stad. De verkeersagent. Rood en groen. Voorzichtig, Roosje! Ei, die wind! Mijn paraplu. De windhaan. 't Regent. Ach, zonneke! Lief zonneke. Eendjes. Hij vischt. Het steenen manneke. Zwarte boomen. Pataatjes in het vet. Hanneke maan. 't Sneeuwt. Sinterklaas. Jantje wil groot worden. Ik houd van koffie. Het uurwerk. Een zonnig kind. De mug. Het aquarium. Spiegeltje. Wij telefoneeren. Van een stijven borstel. Waterke. De kam. Mooie krullen. Ons Kareltje. Het hazelnootje. Klontje suiker. Chocola. De bel. Mieke Pop. Wiegelied. De lantarenman. Meester Haan. De hen. Het bieken. De windmolen. De windmolen draait. De regen. Lastig vliegske. De appel. Regendropke. Ontmoeting. Op vaders schoot. Sinterklaas. Van een bang geitje. Van Janneken in het bootje. Van een tafelke met een wafelke en Mieke pop. Taalmuziek Spel met woord en rijm Rondedansen Stapliederen Van de kiekens en de eieren Vier Marietjes. Het geitje aan den stok. In de wei. Vijf dikke boeren. Rondedansen. Weidans. Tien dikke venten. Ons betteken. Met a a o Do si la M en R. Do mi sol. B en R Het manneke met het kanneke. De schoenmaker. Lenteregen. Herfstregen. Pimpernelleke. Wiegeliederen. Stapliederen. Allegro. Allegretto. Variatiën op het regendropke. Prestissimo. Schippenaas en hartentien. De soldaten keeren naar hun kazerne terug. Begrafenis. Het kind hoort gaarne vertellen De brief van Mieken. Ziek broertje. Hanneke maan. Bang Jantje. Krieken plukken. Sinterklaas boven de daken. Hanneke maan en de ezel. Hanneke maan slaapt. Poes en de saaibol. Uit het ei. Pruilend mondje. Het scheepje. Het zonneke. Op moeders schoot. Traantjes. Roodkapje. Asschepoester. Vader en Moeder Moeders handen. Moeders oogen. Moeder, laat me stil... Nieuw uit oud. Vaderlief. Nieuwjaarswensch. Moederfeest. Spreekkoor. Op straat De vuilnisbakken. De straatorgels. De ontsnapte kanarie. De straathond. Boomen in den najaarsregen. Kastanjelaars. De musch. Musschen in november. De straatmusch. Twee musschen op een boom. Kranke boomen. De vogels in de sneeuw. Morgenzon in november. Doode bladeren. Najaarsloover. Op het trambalkon. De tram. Doode bladeren. De ijzel. Broodhompjes in de sneeuw. Wintertram. De brasero. Op de markt. (Tweespraak) Sneeuw. (Tweespraak) Nog een tweespraak. Twee oudjes. Het Menschelijk Bedrijf Onze bakker. De schrijnwerker. De slager. De huisschilder. De scheresliep. De straatveger. De kazjoebereers. De postbode. Het ploegend paard. Onze Meisjes De naald. De vingerhoed. De schaar. Breien. Het deksel. Stoppen. De kousen. De borstel. Het hinkelperk. Gevoel De jonge blaadjes. Het madeliefje. De vlinder. De wegels. Morgenzon. Het blad. Volkslied. De bloemen op wandel. De ballade van een mooi vogeltje. Huis in de sneeuw. De klokluier. De musschen. De steenkool. Aan een kind dat nooit den nachtegaal hoorde zingen. Het vlas. Bij de dood van een kind. Droom. Decemberlicht. (Gezien van uit de openluchtschool, te Itterbeek) In Weer en Wind De wind. Meeuwen. Spruiten in de sneeuw. Dooi. Een vleugje wijsheid Het populierke. Eigen aard. De weg. De heuvel en de boomen. Het tafelblad. De vlieger Raadsels Raadsels. Oplossingen Verbeteringen: