| |
| |
| |
Regentesselaan
Wat heeft ons op die morgen toch wel mogen
doen lopen langs de Regentesselaan,
waar ons de blaren om de oren vlogen?
Waar kwamen we in 's hemelsnaam vandaan?
Hoe dan ook, er kwam een mannetje aan
waardoor je blik opeens werd aangezogen,
een en al zwarte hoed en zwarte ogen,
voorzichtig schuifelend,- en jij bleef staan.
Kloos, zei je, toen hij bij het hoekje kwam,-
een hoopje mens, maar toch een zo geachte,
dat je, eerbiedig, op een afstand, wachtte,
en, ongezien door hem, je hoed afnam.
Daar ging een god in 't diepst van zijn gedachten
naar P. van Haastrecht voor een half ons ham.
Michel van der Plas, Vaderland (1991)
Ode aan Den Haag
Vioolkisten vol aardappels, zo zingen
de Hagenaars hun eigenheimwee uit.
Met vers gebak van gisteren als buit
staan dames in konijne-nerts te dringen.
Wie zee wil zien hoeft niet naar Scheveningen:
het Panorama geeft je hom of kuit.
Bij Mesdag stoort geen hedendaags geluid
de broosheid van voorbijgegane dingen.
Den Haag, je schopt ertegen en het scheurt.
Met houten hammen en papieren plannen
komt nergens iets in kruiken en in kannen.
Dus als het desondanks nog ooit gebeurt
dat ik dit stadsbestuur om een faveur zeur,
schuif je stadhuis dan maar onder mijn deur deur.
Kees Stip, Mag ik uw muze even lenen? (1989)
| |
| |
| |
Literatuur
Tijdtafel 1747 - 1833
Behalve het Gemeentearchief Den Haag, het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, de Mededelingen van de Documentatiedienst, Den Haag literair in kaart gebracht en diverse letterkundige encyclopedieën werden geraadpleegd:
F.L. Bastet, Mr. Carel Vosmaer. Zijn achtergronden, zijn reizen, zijn tijdgenoten, zijn invloed. Den Haag, Bert Bakker/Daamen nv, 1967. |
L. Brummel, Geschiedenis der Koninklijke Bibliotheek. Leiden, A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V., 1939. |
P.J. Buijnsters, Hieronymus van Alphen (1746-1803). Assen, Van Gorcum & Comp. B.V., 1973. |
P.J. Buijnsters, Wolff & Deken. Een biografie. Leiden, Martinus Nijhoff, 1984. |
B.P.M. Dongelmans, Johannes Immerzeel Junior (1776-1841). Het bedrijf van een uitgever-boekhandelaar in de eerste helft van de negentiende eeuw. Amstelveen, Ernst & Co, 1992. |
Pierre H. en Simone Dubois, Zonder vaandel. Belle van Zuylen 1740-1805. Een biografie. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1993. |
H.A. Höweler, Het Haagsche dichtgenootschap ‘Kunstliefde Spaart Geen Vlijt’ (1772-1818). Separaat uit het Jaarboek Die Haghe. |
R.A. Kollewijn, Bilderdijk. Zijn leven en zijn werken. Naar oorspronkelijke en voor een groot gedeelte onuitgegeven bescheiden samengesteld. Deel I. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1891. |
Fokke Middendorp, De Van Harens en Wolvega. Oosterwolde, Stichting Stellingwarver Schrieversronte, 1989. |
Van Leeuwarden naar Den Haag. Rond de verplaatsing van het stadhouderlijk hof in 1747. Franeker, Van Wijnen, 1997. |
G.J. Vis, Johannes Kinker eu zijn literaire theorie. Bijdrage tot een interpretatie van de voorredes bij zijn gedichten (1819-1821). Zwolle, N.V. Uitgeversmaatschappij W.E.J. Tjeenk Willink, 1967. |
Pieter van der Vliet, Onno Zwier van Haren (1713-1779). Staatsman en dichter. Hilversum, Verloren, 1996. |
M.G. Wildeman, ‘Bilderdijk en de genealogie’. In: Mr Willem Bilderdijk. Uitgeg. op machtiging der Bilderdijk Commissie. Pretoria, Amsterdam, Potchefstroom, Boekhandel v/h Höveker & Wormser, 1906, p. 21-52. |
| |
Tijdtafel 1834 - 1887
Behalve het Gemeentearchief Den Haag, het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, het Nieuwsblad voor den Boekhandel, de Mededelingen van de Documentatiedienst, Den Haag literair in kaart gebracht, het lexicon van Honig en diverse letterkundige encyclopedieën werden geraadpleegd:
Cornelis Gerrit Leopold Apeldoorn, Dr. Willem Doorenbos. Academisch proefschrift [...]. Den Helder, N.V. Drukkerij v/h C. de Boer Jr., 1948. |
L. Brummel, Geschiedenis der Koninklijke Bibliotheek. Leiden, A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V., 1939. |
| |
| |
B.P.M. Dongelmans, Johannes Immerzeel Junior (1776-1841). Het bedrijf van een uitgever-boekhandelaar in de eerste helft van de negentiende eeuw. Amstelveen, Ernst & Co, 1992. |
Pierre H. Dubois, Marcellus Emants. Een schrijversleven. Tweede, herziene en uitgebreide druk. 's Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, 1980. |
Anton Fasel, Nop Maas, ‘Register op de “Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen”’. In: De Negentiende Eeuw, 3 (1979) 2 (juni), p. 80-156. |
M.J. Hamaker, Jacob Geel (1789-1862) naar zijn brieven en geschriften geschetst. Leiden, Gebroeders Van der Hoek, 1907. |
Nop Maas, De literaire wereld van Carel Vosmaer. Een documentaire. Met medewerking van F.L. Bastet en J.F. Heijbroek. 's-Gravenhage, Sdu Uitgeverij, 1989. |
Nop Maas, De Nederlandsche Spectator. Schetsen uit het letterkundig leven van de tweede helft van de negentiende eeuw. Met medewerking van Frank Engering. Utrecht, Antwerpen, Veen, 1986. |
Marcellus Emants. Samengesteld door Pierre H. Dubois, Simone Dubois, Aad Meinderts en Kees Nieuwenhuijzen. Schrijvers Prentenboek, deel 23. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1984. |
S.W.F. Margadant, Geschiedenis van het letterkundig genootschap Oefening Kweekt Kennis 1834-1934. Den Haag, N.V. H.P. Leopold's U.-M., 1934. |
Memoires van W.P. van Stockum sr,, oprichter van de gelijknamige boekhandel. Ingeleid en van aantekeningen voorzien door Sv.E. Veldhuijzen. Overdruk [separaat] uit het Jaarboek Die Haghe 1988. 's-Gravenhage, Van Stockum, Belinfante & Coebergh, [s.a.]. |
Willem Anton Marie de Moor, Van Oudshoorn. Biografie van de ambtenaar-schrijver J.K. Feijlbrief 1876-1951. Proefschrift [...]. Open Domein nr. 1. [Amsterdam], [De Arbeiderspers], [1982]. |
De Nederlanden. [...]. Met een uitvoerige geïllustreerde inleiding van Jelle van der Meulen en Dick Welsink. [Den Haag], Kruseman's Uitgeversmaatschappij B.V., [1980]. |
Albert Jan Onstenk, ‘ik behoor bij mezelf’ (‘ich gehöre mir selbst an’). Cornelis Elisa van Koetsveld 1807-1893. Proefschrift [...]. Assen, Van Gorcum & Comp. B.V., 1973. |
Hans Reeser, ‘Andersen op bezoek bij Mevrouw Bosboom-Toussaint’. In: De Nieuwe Taalgids, jg. 60 (1967) nr. 4, p. 224-229. |
Hans Reeser, Andersen op reis door Nederland. Zutphen, De Walburg Pers, 1976. |
H. Reeser, De huwelijksjaren van A.L.G. Bosboom-Toussaint 1851-1886. Groningen, Wolters-Noordhoff/Bouma's Boekhuis, 1985. |
Hugo Sanders, Jacob Cremer. Academisch proefschrift [...]. Haarlem, Antwerpen, J.H. Gottmer, [1952]. |
Francine Schregel-Onstein, Het rijk geschakeerde leven van Prof.Dr. Jan ten Brink. Ridderkerk, Uitgeverij Kerco n.v., [1972]. |
J.H. Sikemeier, Elise van Calcar-Schiotling. Haar leven en omgeving, haar arbeid, haar geestesrichting. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & Zoon, 1921. |
Hans van Straten, Multatuli, van blanke radja tot bedelman. Een schrijversleven. [Amsterdam], Bas Lubberhuizen, [1995]. |
Gerard Termorshuizen, P.A. Daum. Journalist en romancier van tempo doeloe. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1988. |
| |
| |
[J.J.F.] Wap en J. van Lennep, Gedenksteenplaatsing te 's Gravenhage [...]. Toespraak en dichthulde. 's -Gravenhage, M.J. Visser, 1867. |
Anthonie Cornelis van Waveren, P.T. Helvetius van den Bergh. Proefschrift [...]. Amsterdam, H.J. Paris, 1925. |
Jos. van Wely, Schaepman. Levensverhaal. Bussum, Uitgeverij Paul Brand N.V., 1952. |
| |
Anne de Vries; kinderboeken
Chr. van Abkoude, Pietje Bell; of De lotgevallen van een ondeugenden jongen. Geïllustreerd door Jan Rinke. Alkmaar, Gebr. Kluitman, 1914. |
P.J. Andriessen, De weezen van Vlissingen; of Hoe onze Republiek onafhankelijk werd. Een verhaal uit het derde tijdperk van den tachtigjarigen oorlog. Amsterdam, G.W. Tielkemeijer, [1861]. |
Rie Cramer, Kindjes boek. Utrecht, W. de Haan, [1909]. |
Rie Cramer, Versjes van vroeger. Utrecht, W. de Haan, [1928]. |
Han G. Hoekstra, Het verloren schaap. Een boek met versjes, die geschreven zijn voor Annebetje, maar ook voor Joost Alexander, en eigenlijk voor alle kinderen van Nederland. Met plaatjes van Fiep Westendorp. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1947. |
Thérèse Hoven, Op den daktuin. Met één plaat en bandteekening van Hans Borrebach. Den Haag, G.B. van Goor Zonen, [1930]. |
C. Joh. Kieviet, De geheimzinnige koepel. Geïllustreerd door Pol Dom. Amersfoort, Valkhoff & Co., [1918]. |
Martine Letterie, Het schorriemorrie van De Pruk. Met tekeningen van Kees de Kiefte. Amsterdam, Ploegsma, 1996. |
Koos Meinderts, Mooi meegenomen. Met tekeningen van René Pullens. Amsterdam, Ploegsma, 1983. |
A.C. Oudemans, Het leven en de lotgevallen van Johan van Oldenbarneveld. Amsterdam, G. Portielje, 1826. |
Leonard Roggeveen, De ongeloofelijke avonturen van Bram Vingerling. Met teekeningen van Felix Hess. Gouda, G.B. van Goor Zonen, [1927]. |
Leonard Roggeveen, Het geheim van het oude horloge. Met teekeningen van Felix Hess. Gouda, G.B. van Goor Zonen, [1928]. |
A.C.C. de Vletter, Tent nummer zeven. Met platen van Nans van Leeuwen. Gouda, G.B. van Goor Zonen, [1927]. |
Ida Vos, Wie niet weg is, wordt gezien. Den Haag, Leopold, 1981. |
Anne de Vries, De duisternis in. Reis door de nacht, deel 1. Met tekeningen van Tjeerd Bottema. Nijkerk, Callenbach, 1951. |
Nannie van Wehl [ps. van S. Lugten-Reys], De tante van het Duinveld. Met teekeningen van. C. Rovers. Amsterdam, L.J. Veen, [1906]. |
Nannie van Wehl [ps. van S. Lugten-Reys], Vooruitgestuurd. Met teekeningen van G. van Doom. Amsterdam, L.J. Veen, [1909]. |
Nannie van Wehl [ps. van S. Lugten-Reys], Do en Lo Verster. Met platen van Louis Raemakers. Meppel, H. ten Brink, 1910. |
| |
Anne de Vries; secundaire literatuur
W. van Anrooij, ‘Pieter Jacob Andriessen, Floris V en Jacob van Maerlant. Wetenschappelijk verantwoorde jeugdliteratuur’. In: De Negentiende Eeuw, 19 (1995) 1 (maart), p. 19-33. |
Dorothee Buur, Indische jeugdliteratuur. Geannoteerde bibliografie van jeugdboeken over Nederlands-Indië en Indonesië, 1825-1991. Leiden, kitlv Uitgevers, 1992. |
| |
| |
Marieken van Eunen, A.C.C. de Vletter: ‘Wie mij wil lezen, moet niet met één werk volstaan’. Doctoraalscriptie Vrije Universiteit Amsterdam, 1994. |
Grote Winkler Prins. Encyclopedie in 20 delen. Zevende druk. Amsterdam, Elsevier, 1966-1975. |
Wim Hofman, ‘Naar een Bosatlas van de jeugdliteratuur’. In: Zo goed als klassiek. Bijdragen aan het gelijknamige symposium, gehouden 14 december 1994 aan de Katholieke Universiteit Brabant [...]. Redactie [...]: Helma van Lierop-Debrauwer, Piet Mooren, Pieter Quelle, Herman Verschuren. Den Haag, nblc Uitgeverij, 1995, p. 158-172. |
Arjen Modderman, Vruchten van studie en phantasie. Een onderzoek naar de populaire geschiedschrijving van vijf protestants-christelijke auteurs uit de tweede helft der negentiende eeuw. Doctoraalscriptie Nieuwe Geschiedenis, Vrije Universiteit Amsterdam, 1986. |
| |
Tijdtafel 1888 - 1940
Behalve het Gemeentearchief Den Haag, het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, het Nieuwsblad voor den Boekhandel, de Mededelingen van de Documentatiedienst, Den Haag literair in kaart gebracht, het lexicon van Honig en diverse letterkundige encyclopedieën werden geraadpleegd:
Jeroen Brouwers, Hélène Swarth. Haar huwelijk met Frits Lapidoth 1894-1910. Open Domein nr. 15. Amsterdam, De Arbeiderspers, [1985]. |
‘Cees Nooteboom: een leven in data’. Samengesteld door Dick Welsink. In: Cees Nooteboom: Ik had wel duizend levens en ik nam er maar één! Redactie: Harry Bekkering, Daan Careens, Aad Meinderts. Schrijversprentenboek 40. Amsterdam/Antwerpen, Den Haag, Atlas, Letterkundig Museum, 1997, p. 149-155. |
Pierre H. Dubois, Het begin en het einde. Over kunst en letteren in Het Vaderland. Nijmegen, Vriendenlust, 1985. |
Pierre H. Dubois, Marcellus Emants. Een schrijversleven. Tweede, herziene en uitgebreide druk. 's Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, 1980. |
Ed Hoornik. Samengesteld door: Mies Bouhuys, D.A.M. Binnendijk, Gerrit Borgers, K. Lekkerkerker en Bert Voeten. Schrijvers Prentenboek, deel 17. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1973. |
Henk van Gelder, ’“Zo iets als een artistiek geweten ken ik niet”. Over het leven en werk van Hans Borrebach’. In: Babs' bootje krijgt een stuurman. De meisjesroman en illustrator Hans Borrebach (1903-1991). Redactie: Aafke Boerma, Erna Staal en Murk Salverda (hoofdredacteur). Schrijvers-prentenboek 37. 's-Gravenhage, Amsterdam, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Em. Querido, 1995, p. 73-103. |
Gerrit Achterberg. Samengesteld door Daisy Wolthers, met medewerking van J.C. Achterberg-van Baak, Wim Hazeu, Anton Korteweg en Jan Vermeulen. Schrijvers Prentenboek, deel 21. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1981. |
G.J.G. de Gier, Alfred Haighton. Financier van het fascisme. Amsterdam, Sijthoff, [1988]. |
Alex de Haas, 't Was anders. Leven en levenskring van ‘De heer J.H. Speenhoff, dichter-zanger’ (1869-1945). Historische Werken over Rotterdam, elfde deel. Rotterdam, 's-Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, 1971. |
Marcellus Emants. Samengesteld door Pierre H. Dubois, Simone Dubois, Aad Meinderts en Kees Nieuwenhuijzen. Schrijvers Prentenboek, deel 23. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1984. |
S.W.F. Margadant, Geschiedenis van het letterkundig genootschap Oefening Kweekt Kennis 1834-1934. Den Haag, N.V. H.P. Leopold's U.-M., 1934. |
| |
| |
Menno ter Braak. Samengesteld door: D.A.M. Binnendijk, Gerrit Borgers, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond. Schrijvers Prentenboek, deel 5. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1961. |
H. Nijkeuter, Ben van Eysselsteijn (1898-1973), Drent uit heimwee en verlangen. Een schrijversportret, de receptie van zijn werken en zijn verbondenheid met Drenthe. Voorzien van een bibliografie. Drentse Historische Reeks 5. Assen, Van Gorcum, Stichting Het Drentse Boek, [1996]. |
Ben Peperkamp, ‘“Een nieuw dichter in Holland”. Aanzet tot een poëtografie van P.C. Boutens’. In: Ik heb iets bijna schoons aanschouwd. Over leven en werk van P.C. Boutens 1870-1943. Redactie: Jan Nap, Ben Peperkamp, Murk Salverda en Joost van der Vleuten. Schrijversprentenboek 34. Amsterdam, Den Haag, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Letterkundig Museum en Documentatiecentram, 1993. p. 8-31. |
Michel van der Plas, ‘Proeve van een beknopte biografische kalender’. In: Herinneringen aan Godfried Bomans. Onder redactie van Michel van der Plas. Amsterdam, Brussel, Apeldoorn, Elsevier, Semper Agendo, 1972, p. 10-36. |
Marja Pruis, De lieflijke hel van het Hollandse binnenhuisje. Leven en werk van A.H. Nijhoff. Erf Goed. Amsterdam, vita, 1994. |
S. Vestdijk. Samengesteld door Bert Bakker, Gerrit Borgers, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond. Schrijvers Prentenboek, deel 2. Vierde druk, herzien en uitgebreid door Daisy Wolthers. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1983. |
Schrijversprentenboek Willem Brakman. [Speciaalnummer van] De Revisor, 19 (1992) 3 (juni). |
J.H. Sikemeier, Elise van Calcar-Schiotling. Haar leven en omgeving, haar arbeid, haar geestesrichting. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & Zoon, 1921. |
Reinold Vugs, F. Bordewijk. Een biografie. Baarn, de Prom, [1995]. |
... waar men Muzen spaart. Informatie over het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. Onder eindredactie van Anton Korteweg en Aad Meinderts. 's-Gravenhage, [Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum], 1985. |
Jos. van Wely, Schaepman. Levensverhaal. Bussum, Uitgeverij Paul Brand N.V., 1952. |
| |
Henk van Gelder
‘Applaus!’. Nederlandsch Cabaretboek. Samengesteld door Wouter Loeb. Met medewerking van de vooraanstaande kunstenaars op dit gebied. Den Haag, Zuid-Hollandsche Boek- en Handelsdrukkerij, [1932]. |
De beste gedichten van J.H. Speenhoff. Ingeleid door Willem Wilmink. 's-Gravenhage, BZZTôH, 1980. |
Cabaret. Onder leiding van Riwka Bruining. Utrecht, A.W. Bruna & Zoon, 1957. |
Dat is uit het leven gegrepen ... De geschiedenis van de Nederlandse kleinkunst in liedteksten. Samengesteld door Ernst van Altena. Amsterdam, Hema, [1989]. |
Wim Ibo, En nu de moraal van dit lied. 75 jaar Nederlands cabaret. Amsterdam, Leiden, Nederlandse Rotogravure Maatschappij, Phonogram, 1970. |
Ik ben een ruwe pit. Conferences. Verzameld door Kick van der Veer. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1996. |
Jacques Klöters (samenst.), Omdat ik zoveel van je hou. Nederlandse chansons en cabaretliederen 1895-1958. [Amsterdam], Nijgh & Van Ditmar, 1991. |
Lieve Luitjes. Het liedjesboek van Tante Lien. Samenstelling Wieteke van Dort. Bussum, Trude van Waarden Produkties, 1997. |
| |
| |
De mooiste liedjes van Louis Davids. Samengesteld en van commentaar voorzien door Lies Pelger en Renée Waale. Amsterdam, De Harmonie, 1980. |
Michel van der Plas, Schuinschrift. Satires 1946-1971. Bilthoven, Ambo, [1971]. |
Annie M.G. Schmidt, Tot hier toe. Gedichten en liedjes voor toneel, radio en televisie 1938-1985. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij, 1986. |
Toen wij van Rotterdam vertrokken. Nederlandse liederen uit de 20ste eeuw. Bijeengebracht en ingeleid door Vic van de Reijt. Amsterdam, Bert Bakker, 1987. |
Paul van Vliet, Er is nog zoveel niet gezegd... Baarn, De Fontein, [1988]. |
Paul van Vliet, Je moet nooit boos gaan slapen. Baarn, De Fontein, [1994]. |
Willem Wilmink, Van Roodeschool tot Rijsel. Een persoonlijke kijk op het Nederlandse lied. Amsterdam, Bert Bakker, 1988. |
| |
Tijdtafel 1940 - heden
Behalve informatie van het Bevolkingsregister Den Haag, de Mededelingen van de Documentatiedienst, Den Haag literair in kaart gebracht, het lexicon van Honig, diverse letterkundige encyclopedieën en de knipselverzameling van het Letterkundig Museum werden geraadpleegd:
Ach, zo'n theatertje... Bespelers herinneren zich 30 jaar PePijn. Samenstelling met medewerking van: Paul van Vliet, Ferd Hugas, Eveline van Bree. Amsterdam, Den Haag, Thomas Rap, PePijn, 18 december 1994. |
‘Cees Nooteboom: een leven in data’. Samengesteld door Dick Welsink. In: Cees Nooteboom: Ik had wel duizend levens en ik nam er maar één! Redactie: Harry Bekkering, Daan Cartens, Aad Meinderts. Schrijversprentenboek 40. Amsterdam/Antwerpen, Den Haag, Atlas, Letterkundig Museum, 1997, p. 149-155. |
Pierre H. Dubois, Het begin en het einde. Over kunst en letteren in Het Vaderland. Nijmegen, Vriendenlust, 1985. |
Gerrit Achterberg. Samengesteld door Daisy Wolthers, met medewerking van J.C. Achterberg-van Baak, Wim Hazeu, Anton Korteweg en Jan Vermeulen. Schrijvers Prentenboek, deel 21. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1981. |
Alex de Haas, 't Was anders. Leven en levenskring van ‘De heer J.H. Speenhoff, dichter-zanger’ (1869-1945). Historische Werken over Rotterdam, elfde deel. Rotterdam, 's-Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, 1971. |
Greetje Heemskerk, ‘Korte bio-/bibliografie van Hella S. Haasse’. In: Ik
maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse. Redactie: Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda. Schrijversprentenboek 35. 's-Gravenhage, Amsterdam, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Em. Querido, 1993, p. 120-129. |
Hans Heesen, Harry Jansen, Ed Schilders. Waar ligt Poot? Over de dood en de laatste rustplaats van Nederlandse en Vlaamse schrijvers. Baarn, de Prom, [1997]. |
H. Nijkeuter, Ben van Eysselsteijn (1898-1973), Drent uit heimwee en verlangen. Een schrijversportret, de receptie van zijn werken en zijn verbondenheid met Drenthe. Voorzien van een bibliografie. Drentse Historische Reeks 5. Assen, Van Gorcum, Stichting Het Drentse Boek, [1996]. |
Ben Peperkamp, ‘“Een nieuw dichter in Holland”. Aanzet tot een poëtografie van P.C. Boutens’. In: Ik heb iets bijna schoons aanschouwd. Over leven en werk van P.C. Boutens 1870-1943. Redactie: Jan Nap, Ben Peperkamp, Murk Salverda en Joost van der Vleuten. Schrijversprentenboek 34. Amsterdam, Den Haag, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1993, p. 8-31. |
Marja Pruis, De lieflijke hel van het Hollandse binnenhuisje. Leven en werk van A.H. Nijhoff. Erf Goed. Amsterdam, vita, 1994. |
| |
| |
S. Vestdijk. Samengesteld door Bert Bakker, Gerrit Borgers, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond. Schrijvers Prentenboek, deel 2. Vierde druk, herzien en uitgebreid door Daisy Wolthers. 's-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1983. |
Reinold Vugs, F. Bordewijk. Een biografie. Baarn, de Prom, [1995]. |
... waar men Muzen spaart. Informatie over het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. Onder eindredactie van Anton Korteweg en Aad Meinderts. 's-Gravenhage, [Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum], 1985. |
|
|