Hekken in Nederland
(2002)–Peter Meijer– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 190]
| |
Foto RDMZ, A.J. van der Wal, 1984.
| |
Rams Woerthe
| |
[pagina 191]
| |
de parkaanleg in landschappelijke stijl. In het park stond een theekoepel in rustieke trant (stijlen en schoren met stucwerk in boomschorsstructuur), die in 1974 afbrandde. Ook stond in het park een muziektent die wegens bouwvalligheid werd gesloopt. Aan de linkerzijde van de villa staat een houten broeikas met gietijzeren draagconstructie en art nouveau details. | |
Beschrijving van het toegangshekVilla Rams Woerthe bezit het meest imposante voorbeeld van een smeedijzeren tuin- en toegangshek uit de periode van de Nederlandse art nouveau. Onder de weinige toegangshekken uit deze stijlperiode die ons land rijk is, bevindt zich geen vergelijkbaar voorbeeld. Het hekwerk werd vervaardigd in de smederij van de ‘Koninklijke Stoomfabriek van Werken in Zink en andere Metalen F.W. Braat te Delft’. Deze onderneming legde zich vanaf 1888 toe op de vervaardiging van kunstsmeedwerk op aanraden van de Amsterdamse architect Van Gendt.Ga naar voetnoot1 Waarschijnlijk was hij de bouwmeester van Rams Woerthe.Ga naar voetnoot2 Niet bekend is wie het hekwerk ontwierp. Het ontwerpen en vervaardigen van een zo groot en voor die tijd modern toegangshek was iets uitzonderlijks. A.L. van Gendt kan, als bouwmeester van Rams Woerthe, eveneens de hekken hebben ontworpen. Maar er bestaan ook treffende overeenkomsten in de lijnvoering van het grote toegangshek met ander art nouveau smeedwerk van de firma Braat, waaronder gesmede ijzeren lampen. Voor de vormgeving van dat smeedwerk was de heer K. Cramer (1866-1929) verantwoordelijk, die in 1888 bij de firma Braat in dienst kwam als artistiek ontwerper en constructeur.
Het hekwerk staat aan de Gasthuislaan en heeft een lengte van meer dan 30 meter. Het grote toegangshek staat in de as van het huis, maar vanwege het verloop van de perceelgrens vormen de aan weerszijden daarvan geplaatste tuinhekken ten opzichte van elkaar geen symmetrie. Het tuinhek ter linkerzijde van het toegangshek is aanmerkelijk langer dan het tuinhek aan de rechterzijde. Het rechter tuinhek bezit bovendien een aparte toegang voor voetgangers. In de slotplaat van het voetgangershek is de tekst ‘F.W. Braat - Delft’ aangebracht. Het grote toegangshek is op gecompliceerde wijze uitgevoerd. De twee ‘hekpijlers’ zijn elk samengesteld uit een achttal in een vierkant geplaatste stijlen, die plaatselijk in gebogen lijnen zijn uitgevoerd en met elkaar verbonden door gesmeed bandwerk. Aan de bovenzijde van de pijlers zetten de stijlen zich door in een verbindingsboog waarin de naam van de villa is aangebracht. Deze letters waren aanvankelijk verguld. Op de boog is een decoratieve bekroning geplaatst als omraming van een lantaarn, welke thans ontbreekt. De hekpijlers worden elk gesteund door een gebogen ijzeren schoor. De ruimte tussen de schoren en de pijlers is gevuld met in golvende lijnen uitgevoerd smeedwerk. De hekvleugels zijn opgebouwd uit strak spijlenwerk dat doorsneden wordt door smeedwerk dat eveneens is uitgevoerd in gebogen of golvende lijnen. De stijlen van het grote hek en van het voetgangershek zijn vastgezet in een hardstenen basement. De tuinhekken staan op een bakstenen keermuurtje met hardstenen afdekbanden en bestaan uit strak spijlenwerk met symmetrisch ornament aan de boven- en onderzijden. Dit ornament is vastgezet met klinknagels. |
|