Hekken in Nederland
(2002)–Peter Meijer– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |
Situatie en geschiedenisDe in dit toegangshekje aangebrachte naam ‘Vegt en Stijn’ verwijst naar de buitenplaats Vegt en Steyn, eens gelegen op de oostelijke Vechtoever, zuidelijk van het dorp Maarssen en ter hoogte van de Laan van Vechtestein. Vegt en Steyn vormde, tezamen met de thans verdwenen buitens Luxemburgh en 't Goed den Bosch een aaneengesloten reeks van buitenplaatsen. Het hekje is afkomstig van deze buitenplaats, maar staat thans opgesteld nabij het vroegere koetshuis van de plaats Vreeden Hoev, gelegen op de westelijke Vechtoever aan de noordelijke zijde van het dorp. Het eerste huis Vegt en Steyn, zoals dat staat afgebeeld in de ‘Zegepraalende Vecht’ van 1719, dateerde vermoedelijk uit het derde kwart van de 17de eeuw en werd in 1870 gesloopt, om plaats te maken voor een villa, welke in 1936 werd afgebroken. Voor het huidige Vegt en Steyn, dat kort daarna werd gebouwd, stond een huis in het Amerikaanse South Carolina model. In een verkoopakte van 1819 wordt vermeld dat het stukje bouwland aan de overzijde van de Vecht een ijzeren hek heeft, maar een nadere beschrijving ontbreekt echter. Bij de sloop van het oude Vegt en Steyn in 1870 werd dit hek tegelijk met o.m. de tuinbeelden verkocht. Deze tuinbeelden staan nu opgesteld bij Beeckesteyn te Velsen. De vraag is of het hier het hekje betreft dat thans staat opgesteld nabij het voormalig koetshuis van Vreeden Hoev. | |
Beschrijving van het toegangshekDit van omstreeks 1730 daterende hekje heeft waarschijnlijk gediend als secundaire toegang tot het buiten of als entree tot een overtuin. Een vergelijkbaar voorbeeld is het kleine hek van huis Vreeden Hoff te Nieuwersluis, dat eens fungeerde als ‘overtuinhek’, maar nu dient als tweede toegang tot de buitenplaats. Het hek is gemaakt als doorgang voor voetgangers en was, gelet op de aan weerszijden van | |
[pagina 82]
| |
Ornament in hekvleugel.
Foto RDMZ, A.H.C. Schollen, 1984. | |
[pagina 83]
| |
Tekening RDMZ, P.G. Meijer, 1978.
de hekstijlen aangebrachte zijstukken, op een dam of brug geplaatst. Vanwege de geringe doorgangsbreedte werd slechts één hekvleugel aangebracht. In het midden van deze hekvleugel bevindt zich een symmetrisch motief met bladvormen. Aan weerszijden van deze hekvleugel zijn op enige afstand van elkaar twee stijlen geplaatst, waarvan de tussenruimten zijn gevuld met symmetrisch ornament. Aan de bovenzijden zijn vakken gemaakt waarin de naam van het buiten is aangebracht. Links het woord ‘Vegt’, op het middendeel van de hekvleugel het woord ‘en’ en rechts het woord ‘Stijn’. De hekstijlen worden elk gesteund door twee licht gebogen schoren. De dragende delen, de zijstukken en de naam in het hekje, bezitten het karakter van smeedwerk. Ook het ornament is gesmeed, maar kan door de gladde en strakke uitvoering voor gietwerk aangezien worden. Het hekje is een goed voorbeeld van smeedkunst uit de Lodewijk XIV-periode, maar zeer langdurige verwaarlozing heeft veel schade aangericht. Bovendien is de plaatsing van het hekje ongelukkig. Het staat dicht aan de Straatweg naast een gemetselde tuinmuur en wordt deels overwoekerd door begroeiing. | |
Enkele afmetingenDoorgangsbreedte 120 cm, stijlen 4,8 × 4,8 cm, diameter spijlen 2 à 2,2 cm, liggers 5,2 × 3 cm, afdeklijst bovenste ligger 1 × 6,3 cm. |
|