Het toegangshek van het in 1866 verdwenen buiten Otterspoor, eens gelegen op de oostelijke Vechtoever ten noorden van Maarssen, behoort tot het kleine aantal hekken dat op de oorspronkelijke plaats bleef nadat de buitenplaats gesloopt werd (zoals ook Roosendaal te Utrecht en Wallesteyn te Loenen). Als zodanig vormt dit hek een tastbare herinnering aan het fraaie buiten dat hier eens was gelegen, wat onder meer blijkt uit de gravures van Daniël Stoopendaal in de ‘Zegepraalende Vecht’ uit 1719. Op een van deze gravures, waar Otterspoor vanaf de Vechtzijde is uitgebeeld, komt het huidige toegangshek nog niet voor. Op deze gravure staat een houten hek met vier door vazen bekroonde hekstijlen.
Beschrijving van het toegangshek
Het huidige hek dateert van omstreeks 1725 of iets later. De geblokte hekpijlers bezitten inspringende hoeken en zijn gemaakt van Oberkirchner zandsteen dat op de vlakke delen is gefrijnd. Ook de geprofileerde afdekplaten en gebeeldhouwde vaasachtige bekroningen zijn van Obernkirchner zandsteen. De rondgaande plinten zijn in hardsteen uitgevoerd. De vazen zijn van maskers voorzien die in cartouches zijn geplaatst. Voor- en achterzijden tonen cartouches waarop men aan de voorzijde links een afbeelding van Hercules ziet en rechts een vrouw met loshangend gewaad. De hekpijlers zijn in goede staat, maar de linkerpijler staat iets uit het lood en enkele geprofileerde delen van het natuursteenwerk zijn gescheurd. Op de pijlers bevindt zich een oude okerkleurige verflaag, de plinten, afdekplaten en bekroningen vertonen echter geen verfsporen. Aan de rechterpijler was eertijds een luidbel aangebracht, wat te zien is aan een ijzeren dookje, een dichtgezet dookgat, het deels met mortel gevulde slijtspoor van de handgreep en de nog aanwezige gebogen ijzeren loopbaan. De gesmede ijzeren hekvleugels bestaan uit strak spijlenwerk. Op de middelste liggers is tussen de spijlen eenvoudig ornament aangebracht en de bovenste liggers bezitten aan de zijden van de pijlers een beëindiging in voluutvorm. De hekspijlen zijn evenals de stijlen door pen-en-gatverbindingen met de liggers verbonden. Opmerkelijk is dat elke hekvleugel is voorzien van drie draaipunten. Deze authentieke draaipunten of stropbeugels zijn ter hoogte van de drie liggers geplaatst. Doorgaans werd slechts één stropbeugel aangebracht aan de bovenzijde van elke hekvleugel. Het draaipunt aan de onderzijde van de hekstijl werd dan op maaiveldhoogte aangebracht en diende tevens als steunpunt. De hekvleugels sluiten niet goed op elkaar aan doordat de linker pijler iets is verzakt. Het hek staat op een uitwaaierende dam zonder waterdoorlaat. Op de dam is een leuning geplaatst met gegoten ijzeren
balusters met Marot-motieven.
Enkele afmetingen
Diameter hekstijlen 3,5 à 3,8 cm,
diameter spijlen ruim 2,5 cm,
tussenruimte spijlen 10,3 tot 11 cm,
liggers 5 cm breed en 3 cm hoog, incl. dun afdeklijstje.