Kort Revier. Gerard Reve en het oordeel van zijn medeburgers
(1973)–Klaus Beekman, Mia Meijer– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
VerantwoordingAanleiding tot het samenstellen van dit boek is een heugelijk feit: Gerard Reve bereikt in 1973 een kroonjaar. Zo'n gebeuren noodt tot omzien en dat hebben we gedaan. We koncentreerden ons daarbij op de reakties van de pers op Reve en zijn werk over een periode van ongeveer vijfentwintig jaar. Het is niet onze bedoeling om een uitputtende receptiegeschiedenis van Reve's werk te presenteren. Wij leveren er hoogstens het materiaal voor. Omdat wij vooral een informatief en zo objektief mogelijk overzicht willen geven van de reakties in de pers, bestaat de tekst voor een groot deel uit citaten, waaruit een ieder zijn konklusies kan trekken. Voorzover mogelijk laten wij de gebeurtenissen in chronologische volgorde de revue passeren. Dat dit boek desondanks een vrij heterogeen karakter draagt, komt door de opzet ervan. Wij hebben er namelijk naar gestreefd om steeds datgene weer te geven, wat in de pers als essentieel ervaren werd. En dat verschilde nogal eens. In de meeste gevallen betrof dit een of meer aspekten van Reve's werk. Soms ook raakte het werk op de achtergrond en stond de auteur zelf centraal, zoals bij de mystifikatie rond de Veertien etsen. Met deze opzet was het onmogelijk om konsekwent één perspektief te hanteren. Het door ons gebruikte materiaal vindt de lezer in de bibliografie achter elk hoofdstuk genoemd. Dit bevordert de overzichtelijkheid maar doublures zijn daarbij onvermijdelijk, omdat vooral interviews zelden één werk van een auteur betreffen. Wij hebben bij de samenstelling van deze bibliografieën niet naar volledigheid gestreefd. Reve's eigen werk dat in boekvorm verscheen, is in een bibliografie achter in het boek opgenomen. Een groot deel van zijn tijdschrift-publikaties vindt men in de voetnoten genoemd. Voorzover niet anders vermeld, citeren wij steeds de eerste druk van een uitgave. De bestudering van de kritieken leverde soms een pover resultaat op. | |
[pagina 8]
| |
In zo'n geval hebben wij zelf getracht de lakunes wat aan te vullen.Ga naar voetnoot1 Niet alleen om ook ‘een lezer’ aan het woord te laten, maar vooral om een nauwelijks besproken aspekt van Reve's werk, zijn humor, de nodige aandacht te geven, vonden wij Hans van den Bergh bereid zijn visie hierop in het hoofdstuk ‘Humor als noodsprong’ vast te leggen. Het is geenszins onze bedoeling geweest om met de kritici, die (ongewild) hun medewerking aan dit boek verleend hebben te polemiseren. Dit zou op grond van een enkel uit z'n kontekst gerukt citaat onredelijk zijn. Een enkele slip of the tongue zij ons vergeven. Rest ons iedereen te bedanken die met zijn waardevol advies een bijdrage aan dit boek heeft geleverd. In het bijzonder noemen wij H. van den Bergh, J.B.W. Polak en H. Verdaasdonk, die de eerste versie van dit boek hebben gelezen. Mevr. A.C.M. Vestdijk-Van der Hoeven zijn wij erkentelijk voor het verlenen van toestemming tot het in zijn geheel opnemen van Vestdijks artikel over Werther Nieland. Verder zijn wij dank verschuldigd aan het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag, het Toneelmuseum, De Bezige Bij, de Universiteitsbibliotheek en de Openbare Bibliotheek en Leeszaal in Amsterdam, die ons inzage hebben verleend in hun knipselarchief, alsook aan R. Breughelmans, B. Luger, H.G.M. Prick, Th. Rap en D. Veeze, die ons van bibliografische gegevens hebben voorzien. R. Delvigne, Karin van Empelen en Lieneke Frerichs namen ons een last van de schouders door de bibliografie te tikken. Tenslotte zijn wij dank verschuldigd aan de kritici, aan wie dit boek voor een groot deel zijn bestaan ontleent. |
|