J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker
(1981)–Jaap Meijer, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 148]
| |
Bij het beoordelen van de fotomechanische herdruk van dit zeldzame cabaretlied, diene de lezer te bedenken, dat de titelpagina in steenrood werd uitgevoerd. De zwarte illustratie is (naar de signatuur) vervaardigd door Jean Albert Pollones. (Collectie Antiquariaat Schuhmacher.) | |
[pagina 149]
| |
[Het Zwijn] | |
[pagina 150]
| |
Voorgedragen door Pisuisse en Blokzijl. Het Zwijn.
Woorden van Jac. K. Rensburg. Muziek van Herre de Vos. In buurt Y Y, bij zon-neschijn Blinkt
een wel- va- rend ko-perzwijn
Daar blinkt een ko- per zwijn.
Het pronkter bo-ven ham en worst Gelijk de schim-mel van een vorst
De schimmel van een vorst.
Het doet of het te sla-pen staat,
Als weet het van den prins geen kwaad,
De oo-gen lui-kend voordenschijn
Als kuisch en deugdzaam zwijn.
| |
[pagina 151]
| |
O, dat zwijn
Doet bij dag zoo fijn!
't Houdt zich dom,
Stil en stom
In den zon - ne - schijn.
Maar het lacht,
Kwis-pel-staart bij nacht,
Als nog laat
Op de straat
Broers en zus-jes zijn! zijn!
2.
En op het dames-wandeluur,
Dan gloeit zijn oog vol heilig vuur -
Zijn oog vol heilig vuur.
Gaat dan een oude heer voorbij
Of big, wat jong voor buurt Y Y -
Wat jong voor buurt Y Y,
Dan grijnst het, lonkt het en heeft schik,
En krult den staart een oogenblik,
Maar plots is 't roerloos weer in schijn..
O dat onnoozel zwijn!
O dat zwijn enz.
3.
Maar als bij 't klimmen van de maan,
Snel auto's door de Pijp heen gaan -
Snel door de Pijp heen gaan,
Dan steekt het plots zijn ooren op,
Het staart en heft den spitsen kop -
En heft den spitsen kop.
't Rijst op, wanneer het zingen hoort
En zwaait een poot, als 't hem bekoort,
En groet wie zijn kollega's zijn:
Dat stiekem, smerig zwijn ...
O dat zwijn enz.
4.
En als de bleeke dageraad
Daar weer voor zolderkamers staat -
Voor zolderkamers staat,
Dan houdt het zich als daags te voor,
Het oog weer loensch en slap het oor -
Weer loensch en slap het oor.
Of 't doet een dutje in de zon,
Omdat het 's nachts niet slapen kon,
En 't beeft dan droomen, engelrein.
Dat leuk, onschuldig zwijn ...
O dat zwijn enz.
[Gravure] en druk [Gebr. Braakensiek] Amsterdam. |
|