J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker

[p. 141]

XLV.
Wetenschap en Litteratuur.

Ik zing maar liefst vrijuit gelijk een lijster
In plaats mijn kop met studie te gaan breken.
Vooral mathesis heeft mij nooit geleken
En de exacte wetenschap vereischt er
Zoo'n kennis van, dat 'k al vooruit verbijster,
Als 'k daaraan denk. Ik kan drie talen spreken
En in philologie bleef 'k verder steken.
(In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister,
Al vangt uw blik niets op uit regionen
Van goud als Brahma-Vidya*) van 't genie.
En uw oor blijft gesloten voor de tonen
Van zelf weer trillend in de poëzie
Als golvingen uit bovenaardsche zônen
En zoo weerkaatst als sferen-harmonie.)