J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker(1981)–Jaap Meijer, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] XX. Aardsche en Hemelsche Bacchanale. Nu in het blauw van Zondagmorgen-stonde Klakt hol mijn stap door de besneeuwde straat, Waar 'k heb geslapen op een bed van zonde Na wijnfuif, waar het hoofd mij nog van slaat, Maar 't blijkt geen vreugd, waardoor voor mij een ronde Bacchanten, satyrs danst op nieuwe maat, Naar 'k dacht. Neen, 'k ruik de stank nog om die sponde En 't spijt mij nu, dat 'k zooveel geld haar laat. (En als in roes van liefde blijft het sneeuwen Of dronkenschap van engelen dien vloed Van reinheid óók op zóó'n wijk neder vlaagt, Waar altijd nog als in de Middeneeuwen Ook de Bourgeois, die teert op vrouwenbloed, Slechts Christusbloed dan als genade vraagt!) Vorige Volgende