Addendum: kladhandschriften van De verloofde koninksbruidt
‘Het toeval neemt een binnenweg naar 't doel’. In hetzelfde nummer van De Nieuwe Taalgids waarin het aanstaand verschijnen van deze uitgave werd aangekondigd, werd ook in een voetnoot bij een artikel van A. van Mourik meegedeeld dat zich in de Stadsbibliotheek te Haarlem een kladhandschrift van de Verloofde Koninksbruidt bevond met sign. 187 B 12 (Ntg 70, 1977. p.496). Op dat moment was ons boekje klaar voor verdere behandeling bij de drukker, maar desondanks konden we vanzelfsprekend onze nieuwsgierigheid niet bedwingen. Een eerste beschouwing van het handschrift maakte meteen al duidelijk dat het voor ons - gezien de korte tijd die, zoals al eerder opgemerkt, ter beschikking stond - niet mogelijk was er diepgaande studie van te maken. Ook in een eerder stadium zouden we dat niet hebben kunnen doen. Het manuscript is namelijk niet alleen zeer omvangrijk maar ook, zoals bijgevoegde illustratie, een gedeelte van een pagina uit het eerste bedrijf, demonstreren kan, zeer doorwerkt. Alleen al de transscriptie van het materiaal zou een kwestie van maanden, zo niet jaren zijn.
Toch willen we, zonder enige pretentie, een kort verslag doen van enkele resultaten van het bekijken, niet van het bestuderen, van het manuscript. We zijn er de heer Van Mourik erkentelijk voor dat hij ons zijn vondst voor dat doel wilde ‘afstaan’.
Het manuscript bestaat uit 34 folio-bladen (68 pagina's dus), waarvan 31 beschreven, die in een omslag gebonden zijn. Tussen die bladen in zijn op verschillende plaatsen velletjes van groter en kleiner formaat los ingevoegd, in totaal 18 (waarvan er 2 geen verband met de Koninksbruidt lijken te hebben). Tenslotte ligt binnen het omslag ook nog een katern van 6 folio-bladen, waarvan de eerste drie pagina's beschreven zijn.
De gebonden bladen van het handschrift bevatten in de eerste plaats een oude versie van de Koninksbruidt. Hoogstwaarschijnlijk echter niet dé oudste versie, omdat het hier, zeker in het begin, een net-manuscript betreft, met weinig doorhalingen, en sierletters in de opschriften van de scènes. Met een andere inkt is in de marge en tussen de regels van dat net-handschrift een tweede