| |
Meynert Pietersz Voskuyl
NNBW III, 1351-1352
| |
279
M.P. VOSKUYLS // BELLARIA // EN // PANDOSTOS // Treur-Spel. //
EERSTE DEEL. // (gravure) // t'AMSTELREDAM, // - // (g) Gedruckt voor
(g) Dirck Cornelisz Houthaeck, (g) Boeck-verkooper // op de hoeck vande Nieuwe
zijds Kolck / in 't Bourgoens // Kruys / (g) ANNO 1637. O - E
- P - V O: aan Iohan Holthuysen. E: I. van Arp, Tijt
leert; I. Meures. V: Aen de Rijm-lievers (v). P: Pandosto,
Coningh van Egypten; Franion, zijn Camerlingh; Egistus, Coninck van Cicilien; 2
Pagien vande selve Coningh; Een Toornwachter; Barbas, de Cancelier van Egypten;
Redolphus, de Stadthouwer; Bode, in 'tselve Rijck; Bellaria, de Coningin van
Egypten; Garinter, de jonge Prins van Egypten; Gallanus, de Sepier; Porrus, een
herder; Mopsa, zijn Vrouw; Bisschop met eenige Iongetjes int wit; Apollo, Godt
van Delphos; Badard, een Edelman. | |
| |
In de opdracht aan Johan
Holthuysen zegt Voskuyl dat dit spel in 1624 geschreven is.
AUB: 690F82; BM: 11754.g.50; BN: Yi.1504; GUB; KH: M109C8; LUB:
646H674); *SBA: C257277; SBH: 127A2:1 en 128A64:1; UBG: BL7101; UUB.
Kalff 1906, V,105; Te Winkel 1973, III,159; Worp 1895b, 85-89;
Worp 1970, I,378-379; Zuidema 1905b, 272-273.
| |
280
M.P. VOSKUYLS // DORASTUS // EN // FAUNIAAS // Treur-bly-eyndend'
Spel. // HET TWEEDE DEEL. // (gravure) // t'AMSTERDAM, // - // (g) Ghedruckt
voor (g) Dirck Cornelisz. Hout-haeck, (g) Boeck-vercooper // op de hoeck vande
Nieuwe zijds Kolck / in 't Bourgoens // Kruys / Anno (g) 1637.
O - E - P O: aan Margareta Holthuysen. E: I. v. Arp,
De tijd leert; I. Lemmers, Nut en schaedelijck. P: Porrus, een Herder;
Mopsa, sijn Vrouw; Egistus, Coninck van Sicilien; Dorastus, Prins vat Sicilien;
Sijn Pagie; Philander, een Herder; Faunia, een Herderin, en die Coninckx
Dochter van Egypten; Tijter, een Herder; Laura, een Herderin; Phillis, een
Herder; Astrea, een Herderin; Magnus en Franion, Edelieden; Caponio, Dorastus
sijn Camerlingh; Ieronimo, de Doctor; Olef en Laris, Twee Boeren, de buren van
Porrus; Twee oft drie Matroosen; Pandosto, Coninck van Egypten; Barbas, en
Rodolfus, Twee Edelieden; Pagie; Scherf-rechter. Deel I zie
279. In de opdracht aan Maria Holthuysen zegt hij dat hij het
stuk geschreven heeft toen hij in dienst was van haar vader. Het is dus niet
onwaarschijnlijk dat ook dit stuk dateert van 1624. (cfr. 279)
AUB: 690F20; BM: 11754.g.51; BN: Yi.1505; KB:
8ecl.XIII,C,Gram.; KH: 8F20 en M109C8; LUB: 646H673);
*MMW; MNL: 1098B62; SBA: C257278; SBH: 127A2:2 en 128A64:2; UBG: BL7101.
Kalff 1906, V, 105; Te Winkel 1973, III,159; Worp 1892, 142;
Worp 1895b, 89-93; Worp 1970, I,378-380; Zuidema 1905b, 273.
| |
| |
| |
281
M.P. VOSKVYLS // Tragische Comoedie // VAN // DON CAREL //
VAN CASTILIEN // Met den // (g) Prins van Portigael. (g) // Ghespeelt op
de Amsterdamsche Camer, Ao. 1635. in Februarij. // (gravure) //
t'Amsterdam, // - // (g) Voor (g) Dirck Cornelisz Houthaeck, (g) Boeckvercoper
/ woonen= // de op de Nieuwe-zijds Kolck / in 't Borgoens Cruys, (g) ANNO 1635.
O - E - I (v) - P O: Toe-eygheningh
aan Anthoni vander Horst. E: A.V. Horst, 'tMoet verwacht zijn; I.V. Arp,
De tijdt leert. P: Isabella, Coninginne van Spangien; Twee Staet-Iuffers;
Don Carel van Castilien; Coninck van Spangien; Zijn Dienaer; Pagie; Iesuyt;
Heraut, een afghevaerdichde van Vranckrijck; Anthonio, dienaer van Don Carel;
Post, een Posteljon; Adelaert, Velt-Overste van Vranckrijck; Prins van
Portigael; Leonora, Princesse van Castilien; Huysman; Met sijn wijf; Pandora,
Camenier van Leonora; Scherprechter; Adel twee of drie.
Opgevoerd in februari 1635. AUB: 691B92; BN: Yi.1506;
*KH: 448J46; UBG: BL71011 en BL83003.
Kalff 1906, V,109; Van Praag 245; Te Winkel 1974, III,158; Worp 1895b,
79-83; Worp 1970, I,378; Zuidema 1905b, 273-274, 276-277.
| |
282
M.P. VOSKVYLS // Kuyssche // ROELANDYNE // (g) Bly-Eynde-Spel. (g)
// Op de Reghel: // (g) Onghesien ken gheschien. (g) // Ghespeelt op de
Amsterdamsche Kamer, Anno 1636. // (gravure) // t'AMSTERDAM, // -
// (g) Voor (g) Dirck Cornelisz. Houthaeck, (g) Boeckvercooper / woo= // nende
op de Nieuwe-zijds Kolck in 't Bourgoens Kruys / (g) Anno 1636.
O - P - V O: aan Mr. Steven, Willem Hooft, Iohan Meurs,
Heereman Dirckxsz. V: Voor-reden op de Vertooningh (v). P:
Prins Lodewyck van Normandye; Princes Dorothea, zijn suster; Roelandyne, een
Borghers dochter; Ferdinando, een Edelman van Lodewyck; Princes Camilla, haer
beyder Moeder; Prins Balthasar, van Enghelandt; Sijn Dienaers; Robbert, sijn
Edelman; Margriet, een oude Vrouw; Een Pagie; Een Lakay; Twee Choorsangertjes.
De opdracht is gedateerd 21 october 1635.
Opgevoerd in 1636. | |
| |
*AUB: 691B47; BM: 11754.bbb.69; BN:
Yi.1509; KH: 448J45 en M109C8; LUB: 646H671); MMW; SBH: 128A64:6;
UBG: BL71014. Te Winkel 1973, III,158; Worp 1895b,
83-85; Worp 1970, I,378; Zuidema 1905b, 274.
| |
283
M.P. Voskuyls // TRAGISCHE -COMEDI // van de Boelerende //
AVANTVRADE, // met de kuysche // FLORINDE. // (g) Op de Reghel: (g) // Hy
spieghel hem sacht, die hem Spieghel aen een ander. // (gravure) //
t'AMSTERDAM, // - // Gedruckt by Nicolaes van Ravesteyn. // - // Voor
Dirck Cornelisz Hout-haeck, Boeckverkooper // op de Nieuwe zijds Kolck,
Anno 1639.
Onder het stuk: Actum desen 29sten Iulij
1638. In't Schip // Rhijnberck aen 't Vinesche gat boven // Rees, ter
wacht. V - P V: Voor-reden (v).
P: Cupido; Avanturade, Huysvrouw van Romio; Amador, sijn Camerlingh;
Tyter, een Herder; Galathea, een Herderin; Coridon, Philida, Dayphilo en Laura,
Herders en Herderinne; Romio, Ridder; Dienaer van Romio; Docter; Perida,
Camenier van Avanturade: Rodrigo, Ambassadeur van de Coninck Alphonso; Sijn
Dienaer; Schiltwacht van Romio; Florinda, Rodrigos Huysvrouw; Paulina,
Coningin; Alphonso, Coninck van Napels; Longino, Conincks Edelman; Twee Pagien
des Conincks; Dorothea, Camenier van Florinde. AUB: 694F99;
BM: 11754.bbb.70; BN: Yi.1507; GUB; KH: 447G194; LUB: 1504G3; MMW; *SBA:
C257276; SBH: 127A2:4 en 128A64:5; UBG: BL71012; UUB.
Te Winkel 1973, III,158; Worp 1892, 190; Worp 1895b, 249-254; Worp 1970,
I,380-381; Zuidema 1905b, 274-275.
| |
284
M. VOSKUYLS // (g) Ouden ende Jonghen (g) // HILLEBRANT. //
BLY-EYNDE-SPEL. // Op de Reghel: // Om veel te versoecken vaeck elck
wel ghemoet is, // Doch eyndelijck pooght yder weer te zijn daer by
[sic] gebroet is. // Gespeelt op d'Amsterdamsche Schouburgh, den
30 Ianu. 1639. // (gravure) // T'AMSTELREDAM, // Gedruckt by Nicolaes
van Ravesteyn. // - // Voor Dirck Cornelisz Hout-haeck,
Boeckverkooper, // op de Nieuwe zijds Kolck, Anno 1639. I(v) -
P P: Ouden Hillebrant; Hanssop, syn Dienaer; Hertogh Abeloen;
Ioncker Diederick; Jongen Hillebrant; Syn Pagie; Vredelyn, dochter | |
| |
van Abeloen; Felicia, haer gespeel, en Suster van Diederick; Joncker
Adelaert, een Vryheer oft Marck-Broeder; Syn Dienaers, Ses ofte seven in 't
ghetal; Hertoginne Vrou Goedele; De Landt-Drost met sijn Dienaers; Een Heremyt.
Première A.S. 30 januari 1639. AUB:
Port.-ton. 59-12; BN: Yi.1510; KH: 504A64 en M108C86; LUB:
646H672); *MMW; SBH: 128A64:7 en 127A2:7; UBG: BL71015.
Hummelen 1967, 42-43; Kalff 1906, V,106,108; Te Winkel 1973,,
III,132; Worp 1895b, 241-248; Worp 1970, I,380; Zuidema 1905b, 275-276.
| |
285
M.P. Voskuyl, // FIAMETA, // Treur-Bly-eynde-Spel, // (g)
Op de spreuck / (g) // Den sweep der ongenadige, Geesselt haer vaeck
selve. // (vignet: wapen van de Academie, met onderschrift ‘Door Yuer
in liefde Bloiende’.) // t'AMSTERDAM, // - // Voor Dirck Cornelisz
Houthaeck, Boeck-verkooper // op de Nieuwe zijdts Kolck, Anno 1640.
Kolofon: (vignet: Elias door de raven gevoed, met
randschrift ‘PERFER ET OBDVRA’) // t'AMSTERDAM, // - // Ghedruckt
by Nicolaes van Ravesteyn, // Anno 1640. O - P
O: Toe-eygheningh aan Christina Salms. P:
Heliodoor, Soon vanden Hertogh; Sophia, Camenier; Fiameta, Rijcke Edel joffer;
Hertogh; Urbano, Edelman; Hertogin; Pallesteyn, haer Dienaer; Sepier; Twee
Dienaers vanden Hertogh; Pamphillo, Minjon vanden Hertogh; Silla, sijn Suster;
Cupido; Diana; Doctoor; Bruno, Dienaer van Pamphillo; Stadt-houder; Twee
Dienaers; De Tydt. AUB: 689C121 en Port.-ton.59-3; BM:
11754.g.52; BN: Yi.1508; GUB; KH: 447G195 en M109C87; *MMW; MNL:
1091.B.79; SBH: 127A2:5 en 128A64:4; UBG: 71013; UUB.
Hummelen 1967, 43; Kalff 1906, V,105,107,108; Te Winkel 1973, III,158-159;
Worp 1895b, 254-258; Worp 1970, I,381; Zuidema 1905b, 276.
|
|