256
JUFFROUW // C.V. DUSARTS, // SPAENSCHE // HEYDIN. //
BLYSPEL. // Gespeelt op d'Amsterdamsche Schouburg. // Den 12
Junij, Anno 1644. // (vignet: korf met boompje) // t'AMSTERDAM, // - // Voor
AELTIE VERVOUW Weduwe van BAL- // THAZAR van DORSTEN Boeckverkoopster // op den
Middel-Dam in 't Schult-boeck, Anno 1644.
E - P
E: I. s'Herwouters, In all's is lijden(2); P. Dubbels (2).
P: Don Jan
de Garcame, gebynaemt Andreas; Fredricus en Hendricus, Eedeluyden; Jorde, de
Geck van Don Jan; Cupido; Maiombe, een oude Heydin; Constance d'Asevedo,
gebynaemt Preciose; Gryside en Ancil, Heydinnetjes; Philippus, een Heydens
Priester; Guiomara de Menesses, Landt-Drostin van Murcia; Catharyn, Camermaegt
vande Land-Drostin; Pagie van Don Ian; Leanna, een eedel Iuffrouw; Wilhelmus,
jonge van Leanne; Aeltje en Fytje, Buyrwijven van Leanne; Schout; Machiel en
Robbert, Dienaers van de Schout; Sandert; Don Ferdinando d'Asevedo, Lant-Drost
van Murcia; Lovys, Camerling van Don Ferdinando.
In de
opdracht aan Daniel Mostart (14 juli 1643)-achter zijn Spaensche Heydin-
zegt Tengnagel dat C. Verwers Dusart haar stuk reeds geschreven had. Dit stuk
moet dus voor juli 1643 geschrever zijn.
Première A.S.
12 juni 1644.
BN: Yi.2527; *MNL: 1091G68; SBH: 72K5:11.
Arents 1962, 143-144; Ten Berge 1976, 128-129; Van Praag 77;
Te Winkel 1973, III,524; Worp 1970, I,385.