| |
Gebrand Adriaensz. Bredero
NNBW VI, 192-198; MEW I, 548-550.
| |
39
G.A. BREDEROOS // (g) Treur-spel (g) // Van // RODD'RICK //
(g) ende (g) // ALPHONSVS. // (g) Eerst ghespeelt op de Amsterdamsche Kamer /
in't // Jaar 1611. Ende daer na vervat 1616. (g) // Op de Reghel: // De
Vrunden moghen kyven; // Maar moeten Vrunden blyven. // (vignet:
wapen van Amsterdam) // t' Amsterdam. // - // (g) Voor Cornelis Lodewijcksz.
vander Plasse / // Boeck-verkooper aande Beurs // in d'Ita= // liaansche Bybel.
Anno 1616. (g)
Achteraan: Ghedicht en voleyndt in 't
Jaar sestienhondert en elf. O - V - E - I - P.
O: aan Huyghe de Groot. V: Voor-reden aande Liefhebbers der
Nederlandtsche Rym-Kunst. E: G. Martens, k'Betrouw in een; Men
spieghelt sacht aen anderen; Qui-na Dieu, na rien, (= Karel Quina); Non Nobis,
(= J. Franssoon). | |
| |
P: Personen: Alphonses; Rodderick;
Elisabeth, de Ioffrouw; Nieuwen-Haan, de knecht; Griet Smeers, Dienstmaarte; 2
Chooren, Staat-dochteren; Coningh Ferdinandus; Al-Mijn en Haal-Na, Edellieden;
Geeraldus, een verliefde Vryer; Bode; Orondatus, den Indiaanschen Rover.
Opgevoerd in 1611. Moderne uitgave door C.
Kruyskamp (Bredero 1968). AUB: Port. ton. 59-18; BM:
11755.bb.68(2.); BN. Yi.881; KH: 853G7; MNL: 1501G34; SBA: C69957; *UBG:
BL6880(4). Bredero 1968; Ten Brink 1858, 149-166; Overdiep
1948, 282-294; Rens 1968; Rens 1977a, 77,227; Smit 1968, 19,33; Unger 1884a,
33,A; Witstein 1975a; Worp 1920, 20,48; Worp 1970, I,262-263.
| |
40
G.A. BREDEROOS // GRIANE. // (g) Op zyn Spreuck // Het kan
verkeeren. // Eerst Ghespeelt 't (g) AMSTELREDAM (g) Sondaghs // voor Kermis /
'tJaer 1612. doch gedruckt // vier Jaren na dat 'tgespeelt is. // (vignet:
wapen van Amsterdam) // t' AMSTERDAM, // - // Voor CORNELIS LODEWYCKSZ. //
VANDER PLASSE, Boeckvercooper // aande Beurs, in d'Italiaansche Bybel. 1616.
Kolofon: t'AMSTERDAM, // - // Ghedruckt by Paulus
van Ravesteyn. // ANNO 1616. O - E - V - I - E - P
- A(n) O: Toe-schrijvingh aan M.P.D. V:
Voor-reden aande Verstandichste Rymers der Nederlandtsche Poësye.
E: Antiqua virtute & fide, (= Martinus Becanus ?); B.V. (= B.
Verbiest; Non Nobis (= J. Franssoon); Qui-na Dieu, na rien, (= K. Quina).
A: Vereeringh aende Waan-bet-weters (m). P: Speelders:
Bouwen Lang-lijf, een boer; Sinnelijcke Nel, Sijn Wijf; Florendus, de prins;
Griane, de princes; Lerinde, de voedster; Frene, een ridder; De Keyser
Remicklus; Kaniam, Keysers Soon; 2. Chooren; Tarisius, een Prins; Een knecht;
Keyserin; Een Ionghen; Kardin, een knecht; De Tydt; De Prins van Peere;
Promptalion; Oudin; Hermide; Palmerin. Opgevoerd op 17
september 1612. (Worp 1920, 20) Moderne uitgave door F.
Veenstra (Bredero 1973a). AUB: 461F82) en
976B151); BN: Yth.66579; KH: 447G86; MNL: 1241H38;
Niedersächsische Staats- und Universitätsbibliothek | |
| |
Göttingen: 80. Poet. Dram. IV, 588; Oesterreichische
Nationalbibliothek: +44.T.92; *UBG: BL6880(5); UUB. Bredero
1973a; Ten Brink 1858, 167-187; Overdiep 1948, 294-298; Rens 1974a; Rens 1977a,
78, 227; Van Selm 1982; Unger 1884a, 36; Veenstra 1972; Worp 1895, 153-154;
Worp 1920, 20, 30-31, 69, 70; Worp 1970, I, 361-363.
| |
41
G.A. BREDEROOS // (g) Over=gesette (g) // LVCELLE. // (g)
Ghespeelt by d' Oude Kamer (g) // IN LIEFD' BLOEYENDE, // t' AMSTERDAM,
// (vignet: wapen van Amsterdam) // 't Amsterdam, // (g) Voor Cornelis
Lodewijcksz. vander Plasse / // Boeckvercooper aande Beurs / in d'Italiaen= //
sche Bybel. (g) ANNO 1616.
Kolofon: (vignet:
Elias wordt door de raven gevoed) // t'Amsterdam, // - // (g) Ghedruckt by
Paulus van Ravesteyn. (g) // Anno 1616. O - V - I - E -
P O: Toe-eygheningh aan Tessel-scha Roemers Dter.
V: Aan de Lesers en Liefhebbers der Nederlandsche Poesye
E: A.
de Koning, Blijft volstandich; Qui-na Dieu, na rien, (K. Quina); Lijdt en
hoopt, (= Reinier Telle). P: Baron; Adellaer; Pannetie-Vet; Carponny;
Lecker-Beetie; Ascagnes; Lucelle; Margriet; Apoteecker; C. Baustruldes;
Ian-Neef. Vertaling van Louis Le Jars Lucelle (1576),
(Worp 1970, II,122). Moderne uitgave door C.A. Zaalberg en
M.J.M. de Haan (Bredero 1972). AUB: 461F83); BN:
Yi.799; KH: 853G8; MNL: 1091B34; *UBG: BL5011(8). Bredero
1972; Ten Brink 1858, 188-208; Overdiep 1948, 305-307; Rens 1973b; Rens 1977a,
81,227; Unger 1884a, 46; Worp 1920, 20,70, 94; Worp 1970, I,362-363.
| |
42
G.A. BREDEROODS // (g) Stommen Ridder, (g) // Ghespeelt op de
Nederduytsche Academie, // in't Iaar ons Heeren 1618. // (vignet: wapen der
Academie, het onderschrift ‘Yver’ en het randschrift ‘FERVET
OPUS REDOLENTQUE THYMO FRAGRANTIA MELLA’) // T'AMSTERDAM. // - // (g)
Voor Cornelis Lodowijcksz. vander Plassen / Boeckver= // kooper / aande Beurs /
inden Italiaenschen Bybel. 1619. (g) | |
| |
Kolofon: (vignet:
lelie onder de doornen, met randschrift 'Ghelijck een lelie onder de doornen So
is mijn vriendinne onder de dochteren. Cant 2.2.) // T'AMSTERDAM. // - // (g)
By Nicolaas Biestkens / inde Lelie onder // de Doornen. (g) 1619.
V - E - P V: Tot de konst-beminnende Lesers door
C.L. vander Plasse. E: T. Hartoch, Yvert na't recht; A.V. Mildert, Weest
milt; I.I. Scheepmaker (2); L. EBA. S, (= L. ab Emda Studiosus?) C. Biestkens,
Wie weet wanneer? P: Keyser of Soudaan; Lethea, Keyserin; Aartsche Diana,
Keysers Dochter; Aardighe, Keysers Nicht; Palmerin, de stomme Ridder of
Zeegeheer; Den Moorschen Ridder; Dominus Gratianus; Brandemant; Ammaran, met
zijn vier Broeders; Een Schilt-knecht; Philebart, Hereman, Alderecht, VVarenaer
en Limius, Edel-lieden; Twee Turksche Iagerinnetjes; Chooren; Amoureusje, de
knecht; Manshooft; Moersgoelick; Modde van Gompe; Twee Iaghers.
Onder het stuk staat de datum 8 juni 1618. Opgevoerd in
1618. Moderne uitgave door C. Kruyskamp (Bredero 1973b).
AUB: 461F86) en 505E276); BN: Yi.895;
KH: 448J58; *LUB: Bijz. Gedr. Werken; UUB: BM kast VI A 41.
Bredero 1973b; Ten Brink 1858, 209-244; Overdiep 1948, 298-301; Rens
1974c; Rens 1977a, 91,227; Unger 1884a, 61; Witstein 1974; Worp 1885; Worp
1920, 94,125; Worp 1970, I,362,363.
| |
43
G.A. Brederoods // ANGENIET. // Vertoont op d'Oude Kamer // In
Liefd' Bloeijende, den XXij. // October, 1623. In // AMSTELREDAM. // (vignet:
wapen van Amsterdam) // T' AMSTELREDAM, // - // Voor Cornelis Lodowijcksz
vander Plasse, Boeck- // verkooper, wonende op den hoeck vande Beurs, // in
d'Italiaansche Bybel. 1623.
Kolofon: t'AMSTERDAM. // -
// [civ] Ghedruckt by [civ] Paulus van Ravesteyn. // ANNO 1623.
V - I - P V: Aen den Leser door Cornelis
Lodewycksz. vander Plasse. P: Roosen-daal, Angnieten Vader; Klaremondt,
Angnieten Moeder; Angniet, de Vryster; Kloridon, De toot-ghesette Vryer; Anna,
Angnieten Nicht; Endimyon, de Vryer; Melimpior, Kloridons vriendt; Beatrix, een
out Besje; Iupiter; Neptunus; Pallas; Saturnus; Mercurius; Mars; Herculus;
Vulcanus. | |
| |
De eerste drie bedrijven zijn door Bredero
ondertekend, het vierde en het vijfde bedrijf door J.J. Starter.
Opgevoerd op 22 oktober 1623. Moderne uitgave door P.E.L.
Verkuyl (Bredero 1982). *AUB: 461F89) en 078-116;
BN: Yth.66104; SBH: 129A499. Bredero 1982; Ten
Brink 1858, 245-272; Brouwer 1940, 108-113; Brouwer 1948b, 327-328; Kalff 1906,
IV,146-147; Kalff 1915a; Kleerkooper 1911, 17, nr. XVI; Knuttel 1949, 121-123;
Overdiep 1948, 302-303; Rens 1977a, 96,227; Unger 1884a, 65; Te Winkel 1973,
III,156; Worp 1970, I,362.
|
|