31
Appollonius (g) Prince van Tyro. (g) // Ende d'ander // (g) Van
den zelven / ende van (g) Tarsia // (g) syn Dochter. (g) // 'tKort inhoudt
volght naer de Voor-reden. // (g) Wesende niet alleen lustich ende vermackelick
om lesen: // maer oock vorderlick om weten / hoe men hem in voorspoedt ende
teghenspoedt // behoort te draghen. (g) // Door P.B.C. // (vignet: zeilschip)
// IN 'sGRAVEN-HAGE, // (g) By Aert Meuris / Boeck-verkooper // woonende in de
Pape-straet / in // den Bybel. (g) 1617.
A - O - I - A - P
O: Voor-reden aan Pieter Bor Iansz.
A: 't Boeck
tot den Besienders; Tot den Berispers (m); Sonnet.
P:
Appollonius, Prince van Tyro; Guido; Doria, syn Wijf; Elimatus, een oudt Man;
Fama; Bode, van den Koninck Antiochus; Verdriet en Blijschap, Nichte en Neve;
Strangulio, Overste der Stadt Tarsien; Dionisiades, syn Wijf; Argutus, Schipper
ofte Stuerman; Piscator, een Visscher; Simplicia, syn Wijf; Verneem-al en
Veel-snaps, twee vrouwen, zijnde Nichten; Altistratus, Koninck van
Pentapolitanen; Lucinia, syn Dochter; Ardonius, een Hertoghs Sone; Philautus,
een Graven Sone; Phesostris, mede een Graven Sone; Ligosides, Voester van
Tarsia; Tarsia, Dochter van Appollonius; Cerimonis, Doctor in de Medicijnen;
Ionathan, syn Discipel; Sofia, syn Dienaer; Theophilus, een Landt-man; Simple,
een Sot; Ardusio, Dienaer van Appollonius; Twee Bootsghezellen; Athanagoras,
Prince van Mithilenen/ de man van Tarsia; Aposiatus, een rijck Edelman; Leno,
een Roffiaen; Eenighe Burgheren.
Begin van het tweede deel
(fol. 43 ro): (g) Het tweede Deel ende // vervolch van 'tleven ende
gheschie- // denissen van den Prince Appollonius van Tyro/ // ende van syn
Dochter Tarsia. (g)
De twee delen zijn samen uitgegeven. De
paginering loopt door, en het tweede deel heeft geen afzonderlijke titelblz. of
lijst van personages.
AUB: Port. ton. 5-33; BM: 11755.bbb.42;
BN: Yth.66274; GB Rotterdam; KH: 8F67; SBH: 129A10; *UFSIA: Ren Dra; UBG:
BL419.
Kalff 1906, V,87; Rens 1977a,84-85,227; Worp
1970,I,372-373.