O - E - I - V - P
O:
Toe-Eygeninge aan Wilhelm Vincent van Wittenhorst.
E: I.V. Vondel;
Abrahamus Bocstadius; A. Hogerbeets.
V: Aen den Leser.
P:
Personen: Alpheo, een Reviere in Arcadien; Silvio, de Soon van Montano;
Linco, een oudt Man, Dienaer van Montano; Mirtillo, de Minnaer van Amarilli;
Ergasto, de Metgesel van Mirtillo; Corisca, de verliefde op Mirtillo; Montano,
de vader van Silvio en Priester; Titiro, de Vader van Amarilli; Dameta, een
oudt Man, Dienaer van Montano; Satir, een oudt Man, Minnaer eertijds van
Corisca; Dorinda, de verliefde op Silvio; Lupino, een Geyten-hoeder, Dienaer
van Dorinda; Amarilli, de Dochter van Titiro; Nicandro, den Opper--Dienaer des
Priesters; Coridon, de Minnaer van Corisca; Carino, een oudt Man, gewaende
Vader van Mirtillo; Uranio, een oudt Man, met-gesel van Carino; Een Bode;
Tirenio, een blinde Waersegger; Rey van Herders; Rey van Jagers; Rey van
Nimphen; Rey van Priesters.
Vertaling van Guarini Il Pastor
Fido.
AUB: 1821J17; BN: 8oYth.68177; *MNL:
1091G.601; UBG: BL7825(1) en H134.
Verkuyl 1971,
287-309; Te Winkel 1973,III,157; Worp 1970,I,400.