7
J. BARA // HERSTELDE VORST, // OFTE // GELUCKIGH ONGELUCK. //
Tantae molis erat caput eripuisse periclis, // Quassatamque ratem
tuto committere portu. // (vignet: nr. XXX van het eerste Schock in Roemer
Visschers Sinnepoppen (Roemer Visscher 1949, 30), met de spreuk
‘Kruÿt voor de Wilde -Woeste.’ De gravure is ondertekend
Magdalena Rogmans sc.) // t'AMSTERDAM, // Voor Lodowijck Spillebout,
Boeck-verkooper in de Kalver- // straet, in de Amsterdamsche Bibliotheeck. //
In 't jaer MDCL.
G - V - E - I - P - B(n)
G:
scène uit het spel.
V: Voor-reden aen den Dicht-lievenden.
E: A. Boelens; P. Dubbels; J. Viretus.
B: Aen Juffrou P. Dan
Limburgh door J. Bara.
P: Forminius, Koning van Engeland; Castreo,
Konings Sone; Flosandra, Konings Dochter; Lodowyck, Konings Basterd; Rasimo,
Vorst van Sterta; Metelle, suster van Rasimo; Ramilte, Camenier van Metelle;
Phocas en Philips, Broeders van Rasimo; Geest van Rasimôs Vader; Ferrugo,
Capiteyn van Forminius; Bode; Fridrich, Edelman van Forminius; Celtimon en
Lamides, twee Edelen van Rasimo; Eerste, twede en derde Rover; Eerste en Twede
Raeds-Heer; Stemme van den Hemel; Geest van Lodowijck; Cypier; Scherp-Rechter.
AUB: 687H142); BM: 11755.e.22; BN: Yi.1074;*KB:
II,27650,vol.8;
KH: 760E69; SBH: 129A2:1.
Van Hamel
1973,127; Hummelen 1967,34-35; Worp 1892, 256; Worp 1970, I,386; Zuidema 1905b,
287-288.