Keesje
(1943)–Froukje van der Meer– Auteursrecht onbekend
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
Hoor je wel Kees,
wat de vogeltjes
zeggen?
Keesje, Keesje, we
hebben zo'n honger!
piep
Keesje heb je nog
kruimeltjes brood?
piep
Onze buikjes zijn
helemaal leeg!
piep - piep - piep
| |
[pagina 5]
| |
Binnen bij de kachel is het heerlijk warm.
Kees mag prentjes knippen
knip, knip met de schaar.
O, wat dansen al die popjes toch verschrikk'lijk raar!
| |
[pagina 6]
| |
Kees, we maken een sneeuwpop.
Een hele, hele mooie.
Met Vaders oude hoed op,
en een wortel als een reus,
daarvan maken we zijn neus.
| |
[pagina 7]
| |
Zo, is hij af?
Wat zeg je ervan, kleine man?
| |
[pagina 8]
| |
Sinterklaas kapoentje,
doe wat in mijn schoentje.
Zing je zo, Keesje,
dat is mooi.
'k Wed dat je van de goede Sint,
morgen wat moois in je schoentje vindt.
| |
[pagina 9]
| |
Keesje, Keesje, kleine vent,
wat heeft Sint Niclaas
je verwend.
| |
[pagina 10]
| |
Wat speel je toch een
hele poos met zo'n
grote blokkendoos.
| |
[pagina 11]
| |
Op zijn stokpaard rijdt
Keesje de hele dag.
Waar ga je naar toe?
naar Oom Bram?
naar Oom Piet?
Sliep uit - mis geraden - ik rijd naar Moe!
| |
[pagina 12]
| |
Moesje hier komt een grote trein
en ik ben de locomotief.
tjoeke - tjoeke - tjoek.
| |
[pagina 13]
| |
Moesje ga je mee?
O, ja we hebben pret voor twee
en voor mijn kleine locomotief
heb ik een zuurtje als je blief.
Lekker, zegt de locomotief
tjoeke - tjoeke - tjoek!
| |
[pagina 14]
| |
Kees zal Moeder gauw eens helpen.
Tafeldekken is zo'n werk,
maar...............
| |
[pagina 15]
| |
o, wat een groot ongeluk,
daar valt de melkkan
stuk,
stuk,
stuk.
Nu krijgt Kees geen melk bij 't brood,
ach, die kan was ook zo groot.
| |
[pagina 16]
| |
koekoek - koekoek
zegt de klok.
Keesje tel eens even
een
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven.
| |
[pagina 17]
| |
Bedtijd - kom gauw onder de wol,
mijn lieve kleine krullebol!
| |
[pagina 18]
| |
Morgen vertel ik jullie iets over Elsje, het zusje van Keesje.
|
|