Woord vooraf
Dit boekje bedoelt alleen een populaire inleiding te geven op het gebied der Nederlandse familienamen en richt zich in het bijzonder tot die lezers, die de betekenis van eigen of anderer familienamen willen onderzoeken en niet de wegen kennen, die zij daartoe moeten inslaan. Het bezit generlei wetenschappelijke pretenties en is maar zeer ten dele op eigen onderzoek gegrond. Zonder het bekende boek van Winkler, dat hoewel het van 1885 dagtekent nog door geen ander vervangen is, zou het niet geschreven kunnen zijn. Maar tegelijk wil dit boekje een aansporing zijn, om dit maar al te lang verwaarloosde onderdeel van de Nederlandse taalkunde eindelijk eens systematisch te behandelen en het onderzoek der persoons- en familienamen in het grotere verband van de namenkunde in 't algemeen de plaats te geven, waarop het recht heeft.
Hoeveel ik aan Winkler ontleende zal de ter zake kundige lezer met een enkele oogopslag zien. Terwijl het register op zijn boek ruim 10.000 namen bevat, vindt men er in dit boekje niet meer dan 3.000 besproken, althans genoemd. De meeste voorbeelden ontleende ik uiteraard aan Winkler; daarnaast gebruikte ik vooral de bekende werken van Elias en De Vos over de vroedschappen van Amsterdam en Zieriksee, terwijl menig voorbeeld werd ontleend aan stadsrekeningen, o.a. van Deventer, Middelburg en Nijmegen. Naar deze bronnen wordt in de tekst doorgaans niet verwezen.
Aan mej. J.C. Daan, litt. dra., die de drukproeven met mij doornam, breng ik ook hier graag een woord van welgemeende dank.
Amsterdam, 1 Juli 1941.