Geestigh antwoordt.
't Gebeurde onlanghs, dat'er in seckere Kerk electie geschiede van
Oudsten en Diaconen; middeler-wijl, de deuren geslooten zijnde, komt'er een
wees-jonghen aen de deur kloppen; waer op drie Mesjeurs, daer voor-by gaende;
vraeghde een van allen, wat het beduyden mocht, dat die jonghen daer klopte?
Dat sal, antwoorde een ander, misschien een beschickingh Godts zijn; op dat,
wanneer de Keurders, komende desen jonghen te sien, mochten indachtigh worden,
datse niet sulke Persoonen koosen, die haer Vader mochten van doen hebben.