27 Augustus
Ik heb het lijdensverhaal in het Sint Lucas-evangelie gelezen, in de Vulgaat, welke ik sinds enigen tijd bezit. Het werd mij plotseling duidelijk - ik weet niet op welke wijze, noch waarom - dat de onbegrijpelijke gebeurtenis van dien Vrijdag op Golgotha het middelpunt der eeuwigheid is, dat in de tijdsruimte van het zesde tot het negende uur, toen de duisternis gespreid lag over gans de aarde, voor dengeen die zien kan, het licht vlamt dat alle raadselen verheldert. Opdat die gebeurtenis eenmaal plaats zou hebben, werd het heelal geschapen. Ik voelde deze gedachte als een ingeving, en ik duizelde boven den afgrond van dit mysterie. Een wonderbaar boek is de Bijbel.
Vanavond ontving ik een brief van T. met de vraag of ik lust heb met hem en iemand anders voor enige dagen naar het Trappistenklooster te West-Malle bij Antwerpen te gaan. Ik antwoord onmiddellijk: ja! en tegelijkertijd schrijf ik aan den Gastenpater van bovengenoemd klooster, of men aldaar ook bezoekers van mijne soort ontvangt!