Zaterdag 29 januari
Emotie en verontwaardiging onder de houders van 120.000-stempels: Fräulein
Slottke heeft de houders van accumulatie-stempels bij bosjes opgeroepen en hen
voor de keuze gesteld: suppleren of nietigverklaring van de stempel, zodat zij
niet naar Zelle, maar naar Auschwitz gaan. Dat zijn in hoofdzaak de geldjoden
uit de diamantindustrie, die op de zg. lijst-Ros staan. De diamant, die zij
hadden ingeleverd, was te hoog getaxeerd! Voor het eerst wordt hier de naam Ros
genoemd, die à ongeveer vierendertigduizend gulden per persoon voor een
Sperre-stempeltje zorgde. In deze vierendertigduizend gulden zat een aardig
duitje commissieloon. Umsonst ist der Tod! De Joden zijn scherp aan de tand
gevoeld: hun werd gevraagd, waar zij het geld vandaan hadden voor hun stempels,
en wie antwoordde: van vrienden, werd uitgenodigd, de namen van zijn vrienden
maar op te geven, dan zou Ros het zaakje wel verder in orde maken. Maar zo stom
waren de Joden toch niet, de namen van hun vrienden, waar zij hun zwarte diamant
hebben gedeponeerd, te noemen; zij roken lont. Zij kregen acht dagen tijd om hun
zaak in orde te maken. Zij voelen zich natuurlijk bedrogen en spreken van
chantage. Natuurlijk is hier sprake van chantage, zoals ook de eerste actie
chantage was en ten doel had, zwart geld uit de Joden te persen. De Nazi's zijn
er blijkbaar op uit, tot de laatste gulden uit de geldjoden te wringen: geld, of
anders naar Auschwitz! En de Joden haasten zich om te dokken, voorzover zij nog
wat hebben en hun handlangers kunnen bereiken, want zij willen niet naar
Auschwitz. Zo lang mogelijk tegenhouden; in godsnaam dan maar