Men hoopt dat er in de tussentijd
iets definitiefs gebeurt, dat aan de transporten een einde maakt. Tegen zes uur
manifesteert zich bij het foliën-sorteren een algemene arbeidsonlust. Mannen en
vrouwen lopen van de tafels weg en verzamelen zich om de kachels, of blijven aan
de tafels praten. Vanmiddag algemeen gezang: Joodse liedjes, liedjes uit de
Westerbork-revue. Uitgelaten stemming. Leiders en opzichters ontwapend,
machteloos. In hun hart geven zij even weinig om het werk als het ‘arbeidsvolk’,
waaronder zich professoren, advocaten en andere intellectuelen bevinden. Heb
zelf in mijn dagboek zitten schrijven en een stuk gelezen in ‘Les Copains’ van
Jules Romains; de manier om het eindelijk uit te krijgen. Verbod van de
commandant, tijdens het werk bidstonden te houden.