er kans bestond op samenwerking voor nu en de toekomst om deze
vijandigheid uit de wereld te helpen. Ik heb hem op de hoogte gesteld van wat er
in dit opzicht werd gedaan en hun daarbij meegedeeld, dat de vooraanstaande
leden van de Joodse Raad algemeen werden gewantrouwd en geminacht en gezegd dat
het 't beste was dat zich niet gecompromitteerde mannen met de verzoeningsarbeid
bezig hielden. De heer Eitje meende dat het verstandig was, dat partijen zich
uitspraken tegenover elkaar om de lucht te zuiveren en dat reeds hier in het
kamp een streep werd gezet onder de geschillen en dat men zou samenwerken. Ik
verklaarde dat ik mijnerzijds daartegen niets had als dat mogelijk bleek en dat
ik het thema gaarne met de heer Schlesinger en mijn vertrouwensmannen zou
bespreken, maar dat bepaalde figuren, die zich gecompromitteerd hadden, op de
achtergrond dienden te blijven. De heer Eitje opperde de vraag of ook hij tot
deze gecompromitteerde mannen behoorde. Daarop kon ik hem uiteraard geen
antwoord geven en verklaarde, dat dat een delicate zaak was, waarin ieder zijn
plaats moest weten in te nemen.