Het boek van Sam en Kim
(2004)–Cynthia McLeod– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
dit is sam hij woont naast kim sam is ook zes jaar en hij zit ook in de eer-ste klas sam heeft een hond de hond van sam heet fik sam leest ook al hij leest in een boek, net als kim fik leest niet, hij doet woef woef en hij bijt op een bot. | |
[pagina 3]
| |
kim gaat naar sam zij ziet de papa van sam in de tuin dag buur-man, zegt kim dag kim, zegt de papa van sam waar is sam? sam is in huis kim gaat in het huis van sam dag sam, speel jij met mij? dag kim, nee ik speel niet ik help mijn papa! | |
[pagina 4]
| |
de papa van sam maakt een hok een hok voor fik sam zegt: ik help ook mee mag ik ook? zegt kim ja hoor, kom maar sam en kim gaan in de tuin daar is de papa van sam hij heeft een zaag geef mij de lat sam, zegt papa kijk kim, hou jij hier maar vast. | |
[pagina 5]
| |
het hok is af nu nog de verf sam maakt het hok groen en kim maakt het dak rood wat is het hok mooi! mag fik al in zijn hok? nee, de verf is nog niet droog. sam is blij; maar is fik ook blij? fik ziet het hok niet fik bijt op zijn bot. | |
[pagina 6]
| |
kim, kim, roept de mama van kim ik ga naar huis, zegt kim dag sam, dag buur-man! nu is kim weer in haar huis wij gaan naar oma, zegt mama maar kim, wat is je broek vuil doe die maar uit kim heeft nu een rok en een bloes kim en mama zijn op straat ze gaan met de bus naar oma. | |
[pagina 7]
| |
daar is het huis van oma al dag oma, roept kim dag kim, zegt oma. wat is je rok mooi, kim! mama zegt: wat ruik ik, ma? ik weet wat het is, zegt kim ik ruik vis! ja hoor, oma bakt vis in de pan hou jij van vis, kim? kim eet vis, dat lust zij wel. | |
[pagina 8]
| |
nu gaat oma naar de tuin mama en kim gaan ook mee oma geeft een roos aan kim de roos is rood en nog een roos, die is geel waar is mijn tas? zegt mama hier is de tas! maar wat is in de tas? in de tas is een bak en in de bak is er rijst met vis mama en kim gaan weg. dag oma! | |
[pagina 9]
| |
mama en kim zijn nu weer in huis mama eet rijst met vis. kim eet ook vis. ik geef mies wat vis, zegt kim. mies, mies, kom! kom dan, poes! hier is vis voor jou! maar mies komt niet kim zoekt in het huis mama zoekt ook mee. mies! mies! maar ze zien mies niet. | |
[pagina 10]
| |
kim gaat in de tuin ze kijkt hier en ze kijkt daar kim roept: mies, mies, poes, poes, poes! maar ze ziet geen poes kim gaat naar het huis van sam sam, sam! ik zie mies niet mijn poes is weg. is poes hier? nee, mies is niet hier, zegt sam sam en kim gaan in de tuin daar is mies ook niet. waar is zij dan? | |
[pagina 11]
| |
poes, poes, waar ben je? mies, mies! ssst! zegt sam. ik hoor wat! kim hoort het ook: mi-auw mi-auw dat is mies, roept kim ik hoor haar, maar ik zie haar niet nu kijkt sam om-hoog kijk kim! daar is mies de poes zit op een tak in de boom o mies, kom uit de boom maar mies kan niet van de tak af. | |
[pagina 12]
| |
de papa van sam heeft een trap hij klimt op de trap nu staat hij heel hoog papa pakt de poes van de tak af fik doet woef, woef! stil fik! zegt sam, de poes is lief. papa geeft mies aan kim kim heeft mies op haar arm dank je buur-man. dank je sam. kim en mies gaan vlug naar huis. | |
[pagina 13]
| |
kim en mies zijn in huis mies eet de vis de poes likt haar lip dan likt ze haar vel nu is mies heel moe. zij slaapt! kim is ook moe. zij gaat naar bed sam is in zijn huis. wat doet sam? hij kijkt naar het hok van fik. sam gaat ook naar bed. fik slaapt niet; fik past op! |
|