Vermakelijcke bruylofts-kroon, doorvlochten met verscheyden leersame gedichten

[p. 150]

Wie 't eerste kijven gaet voor-by,
Die blijft oock van het tweede vry.

'k HEb van overlangh gelesen,
Datmen moet voorsichtig wesen
In de saken van de min,
Want daer schuylt al vry wat in.
't Is alsoo, wil ymant vryen,
Sal hy na sijn wens bedyen,
Heel voorsichtigh moet hy gaen,
Of hy sal licht achter staen.
Als men door een hoogh vermogen
't Soete Liefjen heeft bewogen,
En te samen is getrout,
Niet te seer u dan verstout,
't Is u tot een wet gegeven,
Dat ghy moet voorsichtigh leven:
Knorren, morren, en gekijf,
Past niet tusschen man en wijf.
Sal u trouw tot vreught gedyen,
Wel voorsichtigh moet ghy myen,
't Minste woort dat qualijck luyt,
Al het geen daer twist uyt spruyt.
Komer somtijts donder-vlagen,
Gaet ter syden, mijt de slagen,
Stelt u nimmermeer party,
't Onweer gaet wel haest voor-by.
Man en Vrouw, schoon datse kijven,
Moeten doch te samen blijven,
Daerom noyt u ty vergist,
Schuwt voor al de eerste twist.