Vermakelijcke bruylofts-kroon, doorvlochten met verscheyden leersame gedichten(1659)–Jacob Coenraetsz Mayvogel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio 1v] [fol. 1v] Aen de Deucht-lievende ende Seden-rijcke. ICk heb eerwaerde Maeght Dees Kroon u toe-gevoeght, Die in u beelt'nis draeght Het geen dat mijn vernoeght: Indien ick Herderin U weer vernoegen kan, Soo çiert met weder-min Mijn Bruylofts-Kroontje dan; Dat is met bly gelaet, En met een soet gesangh, Met vriendelijcke praet, Waer na dat ick verlangh, Dit maeckt een melody, Een Kroontje dat u past, Want aen de vrijery Daer is al veel aen vast. Treckt waerde Nimph hier uyt De aldersoetste zin, Dat ghy mijn waerde Bruyt, En ick u Bruyd'gom bin. Wanneer de Bruylofts-Kroon verçiert is met veel deugden, So blinckt zy wonder schoon, en baert veel soete vreugden, Wanneer een Jonge Bruyt is eerbaer, en vol zeden, Soo munt zy hooger uyt als alle kost'lijckheden. Twee Zieltjes die de deught en liefd' te samen binden, Daer is geen hooger vreught, noch beter Kroon te vinden. Vorige Volgende