Dichtlievende uitspanningen(1753)–Jan Jacob Mauricius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Op het burgermeesterschap Van den Hoog-Edelen Groot-Achtbaaren heere Den heer Mr. Cornelis Hop. MAg ik in 't midden van myn zwerven en verdrieten, Hier in myn Vaderland die blydschap nog genieten, Dat ik Uw' glorie zie ten langverdienden top, Uitmuntend Staatsgezant, ô nooit volpreezen Hop! Kon ik den rechten toon nu op myn' snaaren zetten, Dat ik naar pligt en schuld Uw' gaaven mogt trompetten Maar neen! Uw' edle ziel bemint geen lofgebrom; En in myn' toestand, die den lust neemt van myn leeven, Zou uwe zedigheid my 't in 't geheel vergeeven, Al bleef myn' Zangster heden stom. Zal ik uit Roomsche en Grieksche boeken, Tot loofwerk van myn dicht doorluchte naamen zoeken [pagina 186] [p. 186] Van Groote Mannen, met onsterflyke eer bekroond, Die de Oudheid ons misschien door een vergrootglas toont? Wat soort van deugden kan Romein en Griek ons noemen, Die wy in U niet met onze oogen zien en roemen? Moet Gysbrechts Keizerskroon en zilvren wapenkruis De vlag voor adelaars en bundelbylen stryken, En hoeft het Amsterdams Stadhuis Voor 't oude Kapitool te wyken? De naneef op zyn' beurt zal van Uw Staatsbeleid, (In wichtige Ampten en Bezendingen gebleeken) Van Uw' standvaste deugd, Uw' edle deftigheid, Uw' trouwe zucht voor 't Land meê met verwondring spreeken, En by 't vermelden van Lands Vad'ren, welker deugd En wysheid luister gaf aan 't Burgermeesterskussen, Uw' Naam met gouden inkt afschetzen, en met vreugd Uw' lof vermengen met den lof van Kuriussen. ô Hop, ô Nestor in den Raad, Gods zeegen schenke U Nestors jaaren! Zo noem' men U nog lang 't Orakel van den Staat! Zo moet Gy laat ten Hemel vaaren! Zo blyve de Eernaam van Uw' glorieryken Stam Onsterflyk met den roem en bloei van Amsterdam! 1753. Vorige Volgende