Dichtlievende uitspanningen
(1753)–Jan Jacob Mauricius– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
1.
MOet ik zien, dat gy Citroentje
Met uw poezele armpjes streelt,
Daar het allerminste zoentje
Van Uw harder U verveelt!
Ja gy doet Uw minnaar sterven
Door Uw wreedheid, Roozemond,
Wyl ge al 't zoet, dat hy moet derven,
Spilt en uitdeelt aan een hond.
| |
2.Hoog genoeg! zacht! zacht! niet verder!Ga naar voetnoot*
Staak uw jaloezy en spyt.
Staak uw klagten, zoete harder.
't Is geen onrecht, dat gy lydt.
't Hondje, dat gy my ziet kussen,
Blyft standvastig by zyn Vrouw.
Maar uw vuur is nooit te blussen,
En gy zyt my steeds ontrouw.
1709. |