Jong Nederland in vrijheid
(1945)–S.J. Matthijsse– Auteursrecht onbekendwees blij en doe je plicht
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
VIJF JAAR HEBBEN WE GEWACHT;
EIND'LIJK WEEK DE DUIST'RE NACHT.
‘WIJ LEVEN VRIJ, WIJ LEVEN BLIJ,
OP NEERLANDS DIERB'RE GROND!’
| |
[pagina 5]
| |
Op voedsel uitGAZELLE, HAD JE OOIT VERWACHT
GEBRUIKT TE WORDEN VOOR ZO'N VRACHT?
| |
Op voedsel uitDAT WAS OM NOOIT WEER TE VERGETEN:
WE MOESTEN SUIKERBIETEN ETEN!
| |
[pagina 6]
| |
BIJ REGENWEER OF DONK'RE MAAN
WAS 'T BETER, NIET VAN HUIS TE GAAN.
GEEN LICHT... EN LEEG HET KOLENHOK....
DUS - MET DE KIPPEN OP DE STOK.
| |
[pagina 7]
| |
ZELFS AL WAS 'T BUITEN KOUD EN GUUR
IN HUIS ONTBRAK HET KOEST'REND VUUR.
ELK MOEST ZO ZUINIG MOOG'LIJK STOKEN
HAAST ZONDER BRANDSTOF ETEN KOKEN.
| |
[pagina 8]
| |
De nood steeg hoogBIJNA IEDER ONZER KENDE
HONGER, KOMMER EN ELLENDE....
| |
Toen de nood het hoogst wasEEN BLIJ GEJUICH VERVING 'T GEZUCHT:
WE KREGEN VOEDSEL DOOR DE LUCHT.
| |
[pagina 9]
| |
DANK JEGENS ONZE BONDGENOTEN
VERVULT DE KLEINEN EN DE GROTEN.
NOOIT ZAG MEN ZO'N UITBUNDIGHEID
ALS TOEN ONS LAND WEER WERD BEVRIJD.
| |
[pagina 10]
| |
WIJ ZWEREN HOU EN TROUWE
AAN DEZE EED'LE VROUWE.
PRINSES, ZO LANG WIJ MOGEN LEVEN
ZAL ELK VAN ONS ZIJN LIEFD'U GEVEN.
| |
[pagina 11]
| |
DOOR BLIJD'EN DROEVE TIJDEN HEEN
ZIJT GIJ GEWORDEN ONZER EEN.
LANG WAS JE BIJ DE CANADEZEN,
NU KUN JE VEILIG BIJ ÒNS WEZEN.
| |
[pagina 12]
| |
WE HEBBEN J' HAAST NOG NIET GEKEND;
FIJN, DAT JE NU WEER BIJ ONS BENT.
JE BENT IN 'T VERRE LAND GEBOREN,
TOCH ZUL JE STEEDS BIJ ONS BEHOREN.
| |
[pagina 13]
| |
HOUD VOORTAAN IN DE GATEN:
DIE DINGEN MOET JE LATEN.
IN D'OORLOG ZAG JE DIT GEBEUREN,
MAAR DIEFSTAL IS NOOIT GOED TE KEUREN.
| |
[pagina 14]
| |
Wat nederland nodig heeftECHTE JONGENS VAN JAN DE WIT
EN FLINKE MEISJES WAAR PIT IN ZIT.
GUN AAN JE MOEDER'N RUSTIG LEVEN;
HEEFT ZIJ HET DRUK, TOE, HELP HAAR EVEN!
| |
[pagina 15]
| |
ALS 'T TIJD IS OM TE LEREN, LEER!
VERLOREN TIJD KOMT NIMMER WEER.
TOON WAARHEIDSLIEFDE EN EERLIJKHEID!
DIE ZIJN ZO NODIG IN ONZE TIJD.
| |
[pagina 16]
| |
TOE, PIET SMEERPOETS, HOOR NAAR RAAD;
GA ÓÓK NETJES OVER STRAAT.
HOUD STEEDS DE REGELS VOOR 'T VERKEER.
STEL IN CORRECTHEID JUIST JE EER.
| |
[pagina 17]
| |
LAAT ELK VAN ONS ZIJN BEST TOCH DOEN,
DAT NIETS VERNIELD WORDT IN 'T PLANTSOEN.
ZEG, VENTJE, DENK ER ALTIJD OM:
‘HEB EERBIED VOOR DE OUDERDOM
| |
[pagina 18]
| |
ORDE EN REGEL IN HUIS EN OP SCHOOL
DAT IS NOG ALTIJD HET BINDEND PAROOL
EEN FLINKE JONGEN IS ALTIJD
EEN TOONBEELD VAN HULPVAARDIGHEID.
| |
[pagina 19]
| |
Onze industrie leeft weer op'T DAAV'REND DRAAIEN DER MOTOREN
KLINKT JE ALS MUZIEK IN D'OREN.
BELADEN SCHEPEN STOMEN HIER BINNEN;
HET WERK IN DE HAVEN GAAT WEER BEGINNEN
| |
[pagina 20]
| |
Eerbied en dankbaarheidWE LEGGEN KRANSEN OP DE GRAVEN
VAN WIE VOOR'T LAND HUN LEVEN GAVEN.
WIJ WERKEN SAAM MET RAPPE HAND
AAN D'OPBOUW VAN ONS VADERLAND!
S F 102 |
|