16.1. Database-programma's
Database-programma's vervangen de ouderwetse kaartenbak met fiches voor bijeenbehorende verzamelingen. In een database voert de gebruiker gegevens in die een vergelijkbare onderliggende structuur hebben. In zogenaamde ‘velden’ worden die gegevens verwerkt. Zo kan een editeur een database aanleggen van de publikaties over een bepaalde auteur, waarbij de vaste velden bestaan uit elementen van de titelbeschrijvingen en een aantal trefwoorden of onderwerpen. Ik heb er al op gewezen dat een database van groot nut kan zijn bij het ordenen van een materiaalverzameling, bij voorbeeld een nalatenschap van een dichter of een uitgebreide correspondentie. Ook voor het verwerken van (voor)publikaties kan een database gebruikt worden, omdat de ingevoerde gegevens op veel manieren geordend kunnen worden. Wanneer de primaire bibliografie van een auteur zo ingevoerd wordt, kan er snel een overzicht gekregen worden van werken die in één bepaald jaar uitkwamen, die bij één uitgever verschenen, van herdrukken, van tijdschriften waaraan de auteur meewerkte etc. Ook bij het verzorgen van commentaar kan een database zeer nuttig zijn. Personen die van commentaar voorzien moeten worden, kunnen in een database opgenomen worden. Citaten en toespelingen uit het hele oeuvre kunnen ingevoerd worden, zodat een overzicht van de ‘bibliotheek van de geest’ van een bepaald auteur ontstaat. Maar misschien begeeft de editeur zich hiermee al te veel op het terrein van de interpretator, die een database van personages kan aanleggen en hun onderlinge overeenkomsten achterhalen om tot een typologie ervan te komen.
Behalve de bekende database-programma's zoals dBase 111 plus zijn er ook die in staat zijn een zoekopdracht uit te voeren in minder gestructureerde tekstbestanden, bij voorbeeld AskSam. In een groter tekstgeheel kunnen daar ook trefwoorden gezocht worden. In dBase 111 plus zijn de trefwoorden van te voren bepaald en vastgelegd in een structuur.