| |
Elfde hoofdstuk.
Over de lading en ontlading van bekleed glas, en andere bekleede lichaamen.
§ 56.
Wanneer men dun glas (het zy het een glaze ruit of plaat zy, of eene fles, of welke gedaante het ook hebben moge) het geen ter wederzyde met tin blad, of eenig ander leidend lichaam, tot op eenigen afstand van den rand bekleed is, by den positiven of negativen conductor eener sterkwerkende electrizeer - machine brengt, zo dat het eene bekleedzel met den grond gemeenschap heeft, dan wordt 'er in de bekleede glaze plaat een zeer sterke electrike kracht opgehoopt. Dit ziet men, als men deze kracht in eenig leidend lichaam, het geen met het bekleedzel van de eene zyde gemeenschap heeft, naby hetbekleedzel van de andere zybrenge, want als dan gaat de electrike stof uit of in het bekleedzel met geweld en als een sterk vuur over.
Dewyl het bekleede glas zo eene sterke electrike kracht aanneemt, zo noemt men het electrizeeren van het zelve laden en het overgaan van deszelfs electrike kracht ontladen.
| |
§ 57.
Het glas is niet het eenigste lichaam, het geen op deze wyze kan geladen worden: alle andere electrike lichaamen, welke tot dunne plaaten te brengen zyn, kunnen op dezelfde wyze geladen worden. De lucht zelve, welke tusschen twee leidende vlakken licht, die ten naatsten by evenwydig, en niet ver van elkander zyn, wordt geladen. - Men is echter gewoon tot proefneemingen, die men door of omtrent de lading en ontlading wil in het werk stellen, alleen het glas te gebruiken, en wel onder de gedaante van fleszen, of vlakke dunne plaaten, om dat het glas zich het best tot die vormen laat brengen.
| |
§ 58.
Bekleed glas, welks eene zyde aan den positiven conductor eener werkende electrizeer-machine gesteld is, neemt te gelyker tyd aan zyne andere zyde eene negative kracht aan,
| |
| |
en als de eene zyde aan een negativen conductor staat, verkrygt de andere zyde eene positive kracht.
Dit ziet men in de volgende proefnemingen.
1. Wanneer een geladen fles vrystaat, wordt een kurkbal, of eenig ander vryhangend lichaam, het geen van de eene zyde is aangetrokken, en daar van kracht ontvangen hebbende afgestooten is, van de andere zyde aangetrokken.
2. De verschillende electrike krachten der beide zyden van een geladen glas blykt ook uit het verschillende licht aan de punten, die met de verschillende zyden van eene vrystaande fles verenigd zyn.
3. Het afgaan der electrike stof uit de buitenzyde van een fles, wanneer haare binne - zyde eene positive kracht aanneemt, en het toevloeien der electrike stof naa de buitenzyde, wanneer de binnenzyde negatif geëlectrizeerd wordt, blykt zeer duidlyk, wanneer de buitenzyde der fles door sterk verylde lucht omringd wordt.
4. Het uit- en invlocien der electrike stof uit de binnen zyde van een fles aan een positiven of negativen conductor gesteld, is ook zeer duidlyk te zien, wanneer de lucht in de fles sterk veryld is.
5. Wanneer de bekleede fles vrystaat, terwyl haare eene zyde den positiven conductor raakt, zo kan men uit de andere zyde vonken trekken, of aan dezelve overgeeven, als de conductor, waar aan de fles gesteld is, negatif geëlectrizeerd is.
6. Uit het uit- en ingaan der electrike stof aan de eene zyde van bekleed glas, wanneer aan de andere zyde positive of negative kracht wordt meêgedeeld, verstaat men, hoe een fles, die geladen wordt, eene andere fles teffens kan laden, en deze wederom een derde, en zo vervolgens.
| |
§ 59.
De rede, waarom bekleed glas, het geen aan de eene zyde electrike kracht ontfangt, aan de andere zyde de tegen overgestelde electrike kracht aanneemt, is gemaklyk te verstaan uit § § 47, 48, (waar in beweezen wordt, dat lichaamen naby andere geëlectrizeerde lichaamen geplaatst, de tegenovergestelde kracht aanneemen van de lichaamen, by welken zy geplaatst zyn) vermits het glas het afstootend vermogen der electrike stof, en de aantrekking die 'er tusschen dezelve en de lichaamen plaats heeft, niet vermindert.
| |
| |
| |
§ 60.
De rede, waarom bekleed glas eene zo sterke electrike kracht aanneemt, is in 't verschil der krachten, die het glas aan zyne beide zyden aanneemt, gelegen.
Dit ziet men, als men eene vrystaande fles aan den conductor eener werkende electrizeer - machine stelt: als dan kan de buitenzyde niet de tegenovergestelde kracht aanneemen, vermits zy, als de binnenzyde positif geëlectrizeerd wordt, haare stof niet kan ontlasten, en als de binnen - zyde negatif geëlectrizeerd wordt, geen stof kan ontfangen. De ondervinding leert, dat de fles dan ook niet geladen kan worden.
| |
§ 61.
Hoe de sterke lading van bekleed glas door het verschil der krachten veroorzaakt wordt, is dus te verklaaren.
Als de binnenzyde van eene bekleede fles b.v. met den positiven conductor gemeenschap heeft, en dus met electrike stof overladen wordt, dan wordt de buitenzyde van stof beroofd. Deze buitenzyde dus negatif geëlectrizeerd trekt dan de stof, die 'er aan de binnenzyde is opgehoopt, sterk aan, door welke aantrekking het afstootend vermoogen, het geen de daar opgehoopte stof zoude bieden tegens de opgehoopte stof in den conductor, waar aan de binnenzyde van de fles gesteld is, voor een gedeelte vernietigd wordt. Van daar is het, dat 'er van de opgehoopte stof in den conductor, (die zich daar heen tracht uittebreiden, waar zy den minsten tegenstand vindt) zich weer een nieuw gedeelte aan de binnenzyde van de fles plaatst, het geen dan de positive kracht aan de binnenzyde van de fles vermeerdert, en waar door derhalven de negative kracht van de buitenzyde teffens vermeerderd wordt. De verme erderde negative kracht der buitenzyde vernietigt weer zo veel meer den tegenstand, die de opgehoopte stof aan de binnenzyde bieden zou tegens de opgehoopte stof in den conductor, waar aan de binnenzyde van de fles gesteld is; de binnenzyde ontfangt dan weêr nieuwe stof, en zo vervolgens.
Hoe de fles geladen wordt, als haare binnenzyde aan den negativen conductor gesteld is, is gemakkelyk uit de voorgaande verklaaring afteleiden.
| |
§ 62.
Het bekleede glas kan echter maar een bepaalden trap van electrike kracht aanneemen, die des te grooter is: 1. naar mate de electrizeer - machine sterker werke; 2. naar mate het glas dunner zy; 3. om de sterkste lading te verkrygen behoort
| |
| |
ook de oppervlakte van het bekleede glas aan de sterkte van de electrizeer-machine evenredig te zyn.
Dit alles is uit de voorgaande verklaaring § 61 afteleiden.
| |
§ 63.
De hoeveelheid electrike stof, welke 'er van de buitenzyde van een fles afgaat, wanneer zy van binnen stof verkrygt, is bykans gelyk aan de hoeveelheid, welke 'er van binnen wordt aangebracht; insgelyks neemt ook, als de binnenzyde van stof beroofd wordt, de buitenzyde bykans even veel stof aan.
Wanneer men de beide zyden van een geladen vrystaande fles door een vrystaanden conductor met elkander gemeenschap geeft, zo schiet 'er weinig electrike kracht over.
Dit verschil van de sterkte der krachten van de beide oppervlakten wordt door haaren afstand veroorzaakt.
Van daar is het dat, hoe dikker het glas zy, en hoe derhalven de afstand zyner oppervlakten grooter zy, des te grooter het verschil der beide oppervlakten zy.
Dit verschil is oorzaak, dat van een rey fleszen, die door elkander geladen worden (§ 58, 6), de tweede fles minder kracht verkrygt als de eerste, de derde minder als de tweede, en zo vervolgens.
| |
§ 64.
De kracht van het geladen bekleede glas zit niet in de bekleedzels, maar in de oppervlakten van het glas zelve.
Want de bekleedzels van een geladen glazen ruit afgenomen, en andere ongeëlectrizeerde 'er voor in de plaats gelegd, heeft echter de glazen ruit zyne lading behouden.
De bekleedzels schynen dus alleen te dienen om de electrike stof aan de oppervlakten van 't glas gelykelyk aantevoeren, en van dezelven afteleiden, vermits zy zich anders over de oppervlakte van electrike lichaamen niet verspreiden kan.
| |
§ 65.
Dewyl dus de lading van bekleed glas hier in bestaat, dat 'er van de eene zyde zo veel stof wordt afgestoten, als 'er aan de andere zyde door een positiven conductor wordt aangebracht, of dat, als 'er door een negativen conductor van de eene zyde stof wordt afgenomen, 'er aan de andere zyde even zo veel stof wordt aangevoerd, zo blykt het, dat de ontlading van eene geladen fles hier in bestaat, dat de op- | |
| |
hoping der stof aan de eene zyde wordt wechgenomen, en het gebrek aan de andere zyde hersteld wordt. En vermits een geëlectrizeerd lichaam zich altoos poogt tot zynen natuurlyken staat te herstellen, zo moet de ontlading geschieden, zo dra de opgehoopte stof aan de eene zyde door een leider naa de andere zyde, die van stof beroofd is, kan overgaan.
Dat by de ontlading de stof waarlyk van de negative zyde naa de positive zyde gaat, ziet men aan de beweeging van de vlam eener brandende kaars, wanneer 'er de ontlading doorgaat.
| |
§ 66.
Vermits 'er nu by de lading van het bekleede glas zulk eene sterke ophoping aan de eene zyde, en eene bykans even zo sterke beroving van stof aan de andere zyde plaats heeft (56, 58), en vermits een geëlectrizeerd lichaam zich met zo veel grooter vermogen tot zynen natuurlyken staat tracht te herstellen, naar mate het een sterker kracht bezitte (§ 30), en daarenboven de beide verschillende krachten ter vernietiging van de lading van bekleed glas te zamen werken, zo is het te begrypen, waarom de ontlading met zoo veel geweld geschieden, wanneer de electrike stof van het eene bekleedzel in het andere door een goeden leider kan overgaan.
De schynbaare sterkte der ontlading hangt echter van verscheide omstandigheden af.
1. De afstand, op welken de lading van bekleed glas overgaat, en de sterke slag die 'er mêe gepaard is, hangt niet slegts af van de grootte der bekleede oppervlakte, maar ook en wel inzonderheid van den trap van sterkte, tot welken het geladen is.
Dit ziet men, als men twee bekleede glazen van verschillende grootte door dezelfde electrizeer-machine laadt, dan is de slag by de ontlading van eene zeer groote oppervlakte bekleed glas (die dus in evenredigheid van haare grootte door eene mindere kracht geladen is) zwakker, en de afstand, op welken zy geschiedt, minder dan die van eene kleinere.
2. De afstand en de slag verschillen ook naar den aart des leiders, door welken het glas ontladen wordt.
Door de beste leiders gaat de stof op den versten afstand over, en met de sterkste slag; de rede is, dat door slegtere leiders de stof niet zo ogenblikkelyk overgaat.
3. - Naar de langte des leiders, welken de electrike stof by de ontlading moet doorgaan.
| |
| |
Hoe korter de ontladende leider is, hoe grooter de afstand en sterker de slag zyn.
| |
§ 67.
Het beklede glas verliest echter door ééne ontlading niet al zyne verkregene kracht. Dit schynt daar van aftehangen, dat de electrike kracht zich niet bepaaldelyk aan de oppervlakte van het glas ophoudt, maar eenigzints in 't glas is ingedrongen.
| |
§ 68.
De electrike ontlading gaat door leiders van zeer aanmerkelyke langte in een onmerkbaren tydt; zy wordt ook niet opgehouden door de bochten in de leiders, welken zy doorloopt.
| |
§ 69.
De electrike ontlading ontmoet echter eenigen tegenstand, wanneer zy zeer lange leiders moet doorgaan, schoon zy anders van de beste soort zyn.
Dit blykt 1. uit de min sterke slag, en kortere afstand (§ 66).
2. Als de leiders zeer lang zyn, gaat eene sterke ontlading zomtyds eerder een korten wech door de lucht.
De tegenstand, die de electrike stof by de ontlading in de leiders ondergaat, is de grootste, wanneer de leiders utdeelen bestaan, die elkander niet genoegzaam raaken, of ongelyksoortig zyn.
| |
§ 70.
De electrike ontlading gaat altoos door gelyksoortige leiders langs den korsten wech: doch als zy door ongelyksoortige leiders gaan kan, gaat zy altoos door de beste leiders, schoon zy de langsten zyn.
| |
§ 71.
Een geladen fles kan ook voor een gedeelte ontladen worden door eene ongeladene fles: als b.v. eene ongeladene fles van gelyke grootte, die van binnen positif geëlectrizeerd is, zoo gehouden wordt, dat de knoppen, die met de binnen zyden der fleszen gemeenschap hebben, elkander raaken, dan neemt deeze fles de helft der lading van de andere fles over.
| |
§ 72.
Het geladen glas ontlaadt zich zomtyds van zelfs en wel op twee verschillende wyzen.
1. De stof doorboort zomtyds het glas.
2. Zomtyds gaat de stof van de positive zyde over den rand naa de negative zyde.
| |
| |
| |
§ 73.
Het geladen glas kan aan de eene zyde van zyne electrike kracht weinig verliezen, ten zy de electrike kracht van de andere zyde even veel vermindere
Men kan eene geladene fles zo wel aan de positive als aan de negative zyde zonder veel verlies van kracht aanraaken, wanneer de andere zyde vrystaat.
Hier uit blykt ook.
1. Waarom om eene geladene fles, welker buiten bekleedzel is afgenomen, maar gedeeltelyk kan ontladen worden.
2. Waarom men een fles, welker buiten bekleedzel in verscheiden stukken verdeeld is, niet dan by gedeelten ontladen kan.
3. Waarom eene vrystaande fles haare kracht zeer lang behoudt.
4. Waarom de eene zyde van eene vrystaande fles niet uitvloeyt, noch inzuigt, als de andere zyde niet re gelyk inzuigen of uitvloeien kan.
5. Waarom de eene zyde van eene vrystaande fles niet aantrekt, als de andere zyde niet te gelyk aantrekken kan.
6. De verklaaring van het zogenaamde tover - klokkenspel is ook hier uit afteleiden.
| |
§ 74.
De rede, waarom de eene zyde van geladen glas van zyn kracht weinig verliezen kan, ten zy de andere zyde even veel verliest, is dus te verklaaren.
De opgehoopte stof van de positive zyde van het bekleede glas wordt aangetrokken door de negative zyde: vermits nu het vermogen, waarmede de electrike stof in de positive zyde tracht zich van het glas te verwyderen, byna geheel vernietigd wordt door het vermogen, met het welke dezelve door de tegen overgestelde negative zyde wordt aangetrokken, en zo ook het vermogen, waar mede de negative zyde de stof poogt aantetrekken, byna vernietigd wordt door het asstotend vermogen van de opgehoopte stof aan de positive zyde (§ 61), zo blykt het, dat de negative zyde byna geen stof kan aantrekken, ten zy ter zelver tydt de positive zyde van haare opgehoopte stof verlieze, en dat zoo ook de positive zyde van haare stof weinig verliezen kan, ten zy de negative zyde stof aanneeme.
| |
| |
| |
§ 75.
Een geladen vrystaande fles kan echter een klein gedeelte van haare electrike kracht aan de eene of andere zyde verliezen.
Men kan van eene vrystaande fles aan de buitenof binnen-zyde vonken trekken.
| |
§ 76.
De rede waarom men van de eene zyde van een geladen vrystaande fles eenige kracht kan aftrekken, schoon de andere zyde volkomen vrystaat, is alleen daar in gelegen, dat terwyl men by de eene zyde de kracht tracht aftetrekken, de andere zyde van haare kracht aan de lucht overgeeft.
Dit ziet men bewezen met eene fles, die zoo is zamengesteld, dat haare binnen-zyde, als zy geladen is, geen kracht aan de lucht kan overgeven: van deze fles kan men aan de buiten - zyde geene vonken trekken. |
|