Marnix Gijsen
Het Huis. - Marnix Gijsen is anti-romantisch en daarin een man van vandaag: wij behoeven de schemerende vervoering niet meer, noch de schaduw-omfloerste bedwelming, om, binnen de wanden des hemels althans, daar te belanden, waar de naglans schemert van het Paradijs of de voorglans van een nieuw Eden. Stellig: wij sliepen in de tenten der duisternis, wij voeren bij nacht in sluipende boten over het dodenmeer; wij sluimerden, dronken van liefde aan den voet van nachts treurwilg; wij plukten de bloesems der sterren voor een blond meisje - maar er kwam nu een keer [o! om éen nacht op de tinnen des duisters, eenzaam als een verloren vlag; vijand des lichts, van wereld en aarde, somber en trots; onze mond een mes, ons lichaam een witte vlam, onze moed een koninklijk hert], maar er kwam nu een keer: wij ontdekten de aarde, de aardse werkelijkheid en veroverden haar.
De eenzelvige romanticus buigt zich over zichzelf, als Narcissus. De anthropocentrische realist doorschouwt de wereld; zijn blik is een mes: hij snijdt een stuk uit het hart der werkelijkheid; hij scheidt het uiterlijk-ephemere van het innerlijk-essentiële en onderstreept dat [souligner, zegt Cocteau]; maar dit beschrijven der uiterlijkheid, uiterst-besnoeid, dient alleen tot versterking van de suggestie: zo ontstaat dan een overwerkelijk beeld [plus vrai que le vrai].
De peinzende schemerblik van den romanticus verkeert bij Gijsen in een koel, nuchter, zakelijk kijken; klaar, scherp, eenvoudig. De beweging, springend van beeld tot beeld, van zin tot zin, is snel, schichtig, nauwkeurig. Ik geloof, dat al-kijkend zijn rhythme ontstaat: het is de projectie der lijn, die zijn diep-kervend kijken beschrijft; de draad, die zijn figuren verbindt; de hulpstippellijn voor de ruimte-constructie; het verkrijgt de fataliteit van een dwingende zakelijkheid, de strenge droogheid van felle nauwkeurigheid; want zijn rhythme is a-muzikaal, niet enkel a-melodieus; nooit wordt het gestuwd door het bloed; het wordt nimmer een stém. Gijsens gedicht is eenzijdig-plastisch; een beeld, doorsneden van gedachten; een gedachte doorkruist van beelden: denkbeelden, flitsend en statisch tegelijk, overmachtig, meer-dan-levensgroot.
De wijze van beelden is zeer suggestief; de wijze van voelen so-