In desen Psalm vvort Godt ghepresen, van vveghen syner
teghenvvoordicheyt, ende menichfuldigher vveldaden die hy syner gemeynte
bevvijst, mitsgaders oock van vveghen der beroepinghe der Heydenen.
1. Den kinderen Korach. Een Psalmliedt ende ghesanck.
GOdt heeft een gront vercoren hier beneden
Voor syne stadt tusschen t ghebergte hoogh':
2. End' heeft Sion met een seer minlijck oogh'
Lieuer ghehadt dan alle Jacobs steden.
[Folio Pvjr]
[fol. Pvjr]
3. * O du stadt Godts wat schoon'
heerlijcker dinghen,