Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] Wat ik speelde (bij de ‘Kinderszenen’ van Robert Schumann) 1958 [pagina 107] [p. 107] Von fremden Laendern und Menschen Over de bergen en achter de zee, warm in een wagen of koud in een slee, men ik de paardjes of zit ik gedwee naar de voerman te kijken? Reis ik alleen of nam iemand mij mee, over de bergen en achter de zee, kan de kabouter, de dansende fee, in ieder land mij bereiken? Mensen in kleren vol kleuren flaneren, zijn die nu net als ze er uitzien, of doen ze altijd als op een feest? Over de bergen en door de woestijn, ben ik aan 't groeien of blijf ik nog klein, kan ik ooit weer het jongetje zijn dat zijn pap niet wil eten? Moet ik proberen sommen te leren, mag ik op school straks vertellen hoe toen wat 'k heb gezien is geweest? Achter de zee en dwars door het ijs, held in een hutje, prins in een paleis, of ik nu droom of werkelijk reis, ik zal het nooit meer vergeten. Vorige Volgende