Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] VII Het volk eist schreeuwend de dood van zijn prooi, verbeten vloekend lucht hij zijn gemoed: dat schorem is nog van lager allooi dan ik, een boef, met mijn handen vol bloed! Hij klimt ergens op om hoger te staan en roept: ik zeg je, die Jezus moet vrij, al had hij duizend misdaden begaan, toch pas ik eerder aan het kruis dan hij! Hij roept het tevergeefs, men hoort hem niet, de tijd om iets te doen blijkt nog maar kort nu iedereen, dus ook Bar Abbas, ziet hoe de andre Jezus afgeranseld wordt. Dan brandt voor zijn ogen een hel geel vuur, zijn vuisten springen onbeheerst vooruit: met één smak ligt er een tegen de muur, het bloed dat druipt eruit. Hij wordt gearresteerd en weggeleid en nu meteen veroordeeld tot de dood, zo vindt de eerste soldaat in de strijd voor Jezus, die zich koning noemt, de dood. Vorige Volgende