Dankwoord
De wonderlijke wereld van heldinnenbrieven had ik nooit kunnen ontdekken zonder de hulp van alle vakgenoten die mij onbaatzuchtig terzijde hebben gestaan. Samen met hen ontwarde ik de mengeling van fictie en historische of literaire ‘realiteit’ met behulp waarvan dichters hun literaire aspiraties en hun opvattingen over liefde, trouw, vrouwelijkheid en mannelijkheid, hun geloof en vaderlandsliefde hebben uitgedragen. Talloze onderzoekers binnen en buiten de universiteiten van Groningen, Utrecht, Amsterdam, Nijmegen, Maastricht, Leuven, Oldenburg, Budapest, Wenen en Coimbra hebben vanuit verschillende disciplines hun belangstelling voor het genre in ons taalgebied tot uiting gebracht. Waar ik ook was, ze bleven mij met raadgevingen en vooral nieuwe heldinnenbrieven overladen en het spijt me dan ook dat ik niet allen hier met naam en toenaam kan bedanken.
Enkelen zal ik toch noemen. Onvermoeibaar bleven Ton van der Wouden, Laetitia Smit en Jaap de Jong in vele gesprekken, ook tijdens de vakanties, kritisch mijn ideeën en argumenten toetsen en formuleringen aanscherpen. Simone Veld en Netty van Megen waren onmisbaar vanwege hun kritisch commentaar tijdens onze werkdagen als trio. Liesbeth van Amersfoort en andere trouwe vriendinnen boden gezonde afleiding en hebben nooit geprotesteerd dat zij zo vaak door literaire personages werden verdrongen; ik hoop nog veel goed te kunnen maken.
Ten slotte dank ik mijn huisgenoten. Het onderzoek was nauwelijks begonnen of Machteld Catharina van der Wouden kondigde zich aan, die op 17 juli 1995 is geboren. Nu, na afloop, is zij al een grote meid, die Snachts rusten meest de dieren voor me zingt en zonder het te weten glans geeft aan de dagelijkse werkelijkheid van colleges en vergaderingen. Mijn familieleden steunden me jarenlang door de vele goede zorgen voor haar en ons huis. Ton van der Wouden, ten slotte, heeft voor mij het schrijven van dit boek dankzij zijn intelligente en sportieve gezelschap en met behulp van veel pasta en wijn aangenaam gemaakt.