naal
en lid van de Romeinse curie. Schreef Historia Oriëntalis, een werk over de geschiedenis, geografie en natuur van het Heilige Land.
Koiranides - Griekse compilatie in vier boeken uit de Romeinse keizertijd, eertijds toegeschreven aan de legendarische Perzische koning Kyranos, handelend over geneesmiddelen en talismans die vervaardigd kunnen worden met behulp van planten, dieren en edelstenen.
Liber rerum - Tot op heden ongeïdentificeerd werk.
Physiologus - ‘De natuurkundige’. Verzameling beschrijvingen van dieren, planten en stenen, elk gevolgd door een christelijke moraal, rond 200 op schrift gesteld in Alexandrië. Voorloper en basis van het middeleeuwse bestiarium.
Plinius (23 of 24 na Christus-79) - Gaius Plinius Secundus Maior, militair, magistraat en schrijver. Zijn Natuurlijke historie (37 delen) vormde voor de natuurbeschrijvers na hem eeuwenlang een van de belangrijkste bronnen.
Solinus (derde eeuw) - Gaius Iulius Solinus, auteur van Collectanae rerum memorabilium (Verzameling van Gedenkwaardigheden), een wereldreis die begint in Rome, grotendeels gebaseerd op Plinius’ Natuurlijke historie. Een bewerking, getiteld Polyhistor (‘de veelverteller’), was in de middeleeuwen zeer populair.
Thomas van Cantimpré (circa 1201-circa 1270) - Dominicaan, afkomstig uit de omgeving van Brussel. Hij werd in 1217 augustijner koorheer in Cantimpré bij Cambrai en rond 1230 dominicaan te Leuven. Leerling van Albertus Magnus, die zelf voor zijn boeken over dierkunde veel aan Thomas te danken