Het gewijde najaar(1945)–Loe Maas– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Na den regen Maar onverwacht in tuintjes boven de muren en in diepen vouw der straatjes wordt terzij geschoven de regen. En een schuchter blauw breekt glanzend door. De smalle huizen kleuren op in waatren schijn van goud en paars, en dan uit duizend kleine bronnen welt heel fijn, als streelden vingers over zachte harpen, nieuw geluid dat wast. Een schuit schuift door de mauve gracht, en hoog een wimpel aan den mast. Er waait iets door de jonge boomen, er waait iets door het jonge bloed. Uit onrust groeien schoonste droomen. Zoo is het leven, en 't is goed! Vorige Volgende