Beschouwing der wereld
(1977)–Jan Luyken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 314]
| |
Laat maar dryven. | |
De Heere HEERE heeft geswooren by zyne heiligheid, dat'er, ziet dagen over u lieden zullen komen; dat men u zal optrekken met haaken, en uwe nakomelingen met vis-angelen. | |
[pagina 315]
| |
En proeft zo graag'lyk niet,
Wat zich behaag'lyk bied.
Gelyk het aas den hoek bedekt,
Waar door het Visje werd bedrogen,
Zo dat men 't uit zyn vryheid trekt,
En brengt tot greetigheids be-oogen;
Zo dekt het wereldse vermaak,
(Dat lok-aas voor de arme Zielen)
Des boozen vyands helse haak,
Op dat zy in zyn vangst vervielen.
Dies is het beter dat men vast
Van al het zoete en het schoone,
Dat op den boom des werelds wast,
En zich aanminnig komt vertoonen.
Men stryk het wyselyk voorby,
En houw zich soberlyk te vreden,
En zo zyn dierbaar leven vry,
In 't schroom'lyk water hier beneden:
Tot dat men in den vloed der tyd,
Zo lang den stroom heeft opgezwommen,
Tot dat men in de Eeuwigheid,
En 't Hemels water is gekommen.
| |
[pagina 316]
| |
Al wat dan daar de lust ontmoet,
Is veilig, met geen arg bezeten,
Van binnen als van buiten goed,
En zoet, om smaak'lyk op te eeten.
ô Ziele! 't leven is hier kort,
Wy moeten onze lust betemmen,
Op dat men niet gevangen word,
Maar eind'ling't eeuwig heil bezwemmen.
| |
Spreuken XXVII: 12. | |
Prediker IX: 11, 12. | |
[pagina 317]
| |
Habakuk I: 14, 15. | |
Lukas XII: 15. | |
Ephezen V: 15, 16 | |
2 Petrus III: 17. |
|