apocrief / de analphabetische naam(1952)– Lucebert– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 79] [p. 79] klee in het verheugde venster geuren de gekleurde vruchten van de dingen in rust geuren de huid het hart geuren de ogen en mond het hart kust zijn venster de huid ontsluit zich de ogen kijken naar buiten waar de mond wuift naar boven overal bloeien de mensen wuivende bloemen geurige huizen zij evenaren de aarde zij vliegen in ronde en gebogen vruchten door het hoge hoofd van de lucht zuchten als de huivrende watervallen zij zingen in spiegelgladde cirkels zo ontwiklen zij de wereld: de brandende draad van de geurende aarde loopt langs het gekleurde raam van de mensen Vorige