De amsterdamse school

[p. 158]

plaats

in deze buurt zijn
veel afwijkende wegen
voor een tak rozijnen
zijn er meisjes die bezwijken
dokters drinken der patiënten
laatste allerlaatste blikken
en een boze ziekte is de
ja is de mijnheer
stilte die gevangen is

ik heb al lang en breed geleden
onder deze hoge deze diepe bedoeling
het onpeilbare te peilen
de gezondheid zegt men is der vissen
weet ik niet beter in zo'n zondvloed
stroomop stroomafwaartse verlangens
moet men eens gaan liggen
liggen in het donker met de buik naar boven

men moet stom zijn stil en stenig
in de droge verte standvastig
staren met 2 harde ogen

ik heb ze gezocht de trillende
de tussen alle oren ogen
verloren en bedrogen wil ik de
kijk en de stem nu doden

zo liggen hier de twee plassen bloed
in de vormen van vader en moeder
ginds zit in de stoel aan de tafel
de eenzaamste aller stenen te tellen
sterren te tellen sterren ja
geurige navels in de
ja in de mijnheer
hemel zijn veel afwijkende wegen