Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 286. De zwaluw. Ik ken een' kleinen vogel, Een vogel vlug en rad. Nu vliegt hij in de hoogte En dan weer langs het pad. Zelfs onder 't pijlsnel vliegen Sjilpt hij zijn deuntje nog, En zien zijn' gitzwarte oogjes Het kleinste insectje toch. Wat zou ik 't beestjen aaien, Als 't zich eens vangen liet; Maar 't is, alsof het fluistert: ‘Neen, kind, 'k vertrouw u niet!’ [pagina 277] [p. 277] Wel, blijf maar vliegen, liev'ling, En hoor eens even nu, Al zijt ge bang voor 't aaien Ik houd toch veel van u. Vorige Volgende