Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 279. Tollen. Of 't winter of wel zomer is, Dat kan ons weinig schelen Bij onze jongensspelen; Maar is 't een spel om stil te staan, Nu, 'k zie dan graag den winter gaan. Elk jongens-spel heeft zoo zijn' tijd, En voor de knappe bollen Is 't 's zomers tijd van tollen. Dat is een spel om stil te staan En wordt met warm weer 't best gedaan. [pagina 271] [p. 271] Och, was de zomer maar in 't land, Ik zou dan laten kijken Hoe 'k met een' prijs ging strijken, Zoo men, het ware een kost'lijk ding, Een' tollen-wedstrijd houden ging. Maar nu het nog geen zomer is, En warm slechts enk'le keeren, Zal ik het beter leeren. Ik oefen mij nu heel alleen, Dan ben ik stellig nummer één. Vorige Volgende