Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 262. Met de kippetjes. Met de kippetjes naar bed En dan met haar op te staan, Zou dat moog'lijk jong en oud, Klein en groot niet aardig staan? Zie, ik denk zoo, wie dat doet, Zeggen zal: ‘'T bevalt my goed.’ Maar des winters, vóór vier uur Zijn de kippen al op 't roest! Dat is mij wat al te vroeg! Als ik dan gaan slapen moest, Maakte ik, hebt ge 't wel bedacht? Toch wat al te langen nacht! [pagina 256] [p. 256] Met de kippetjes naar bed En dan met haar op te staan, Nu, dat is voor vogels goed, Doch 't gaat niet voor menschen aan. 'T ging des zomers maar alleen, Doch des winters ook? Wel neen! Vorige Volgende