Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 228] [p. 228] 232. Wij wachten de warmte. Hij is er weer! Hij is er weer! De vriend'lijke ooievaar! Het is alsof hij klepp'ren wil: ‘Houd nu maar met dat klagen stil! Het voorjaar is weer daar!’ Dat is een pret! Dat is een pret! Maar lieve vogel, zeg, Als gij het voorjaar mededraagt Op uwe vleug'len, waarom jaagt Gij dan de sneeuw niet weg? Ja, nog van nacht! Ja, nog van nacht! Lag achter in de vaart Een korstjen ijs, en 't jonge gras Zag wit, alsof 't gesuikerd was. En ieder zocht den haard. Uw voorjaar is, uw voorjaar is Nog lang geen zomer, hoor! Maar dat is zeker, wat het doet, Of 't sneeuwt of vriest, toch kort en goed, Slaan wij er ons wel door. En ooievaar, en ooievaar, Na al die sneeuw, dat ijs, Na al die buien stellen wij, Is maar die koude tijd voorbij, De warmte meer op prijs. Vorige Volgende