Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 230. Mijn paard en rijtuig. Het is niet prettig als men zoo Een rijk man rijden ziet, En onze leêge beurs luid roept: ‘Ge wilt, maar kunt dat niet!’ Men rijdt dan zoo maar henen Op zijne apostelbeenen. Maar komt een kreupel mensch voorbij, Die heel slecht loopen kan, Dan kijkt gij eerst naar 't rijtuig, en Dan naar dien armen man, [pagina 227] [p. 227] En zegt: ‘Ik loop vrij henen ‘Op twee gezonde beenen! ‘Mijn rijtuig brengt mij overal, Zelfs langs het smalste pad, In 't dichtste bosch, op 't hoogste duin, In 't drukste deel der stad. 'K dwaal overal vrij henen Op twee gezonde beenen. En wie mij nu beklagen gaat, Dat ik niet rijden kan, In 't prachtig rijtuig, zie, dien wijs Ik dan mijn rijtuig ân, En 'k zeg: ‘Och vriend, ga henen! ‘Mijn paard en rijtuig, goede man, Zijn twee gezonde beenen!’ Vorige Volgende